Een intersubjectieve geestelijke wereld
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 28 April, 2016)
Samenvatting
Theorievorming rond de aard van een geestelijke wereld aan gene zijde van het aardse leven. Artikel van Titus Rivas en Anny Dirven.
Een intersubjectieve geestelijke wereld
door Titus Rivas en Anny Dirven
Hallucinaties zijn waarnemingen van dingen die er niet zijn. Typerend voor een hallucinatie is dat alleen de persoon zelf iets waarneemt; de beleving is dus zuiver subjectief. Hallucinaties verschillen van illusies doordat de waarneming bij illusies wel berust op externe prikkels, maar die prikkels alleen verkeerd worden opgevat. Bij hallucinaties wordt de waarnemingen door de psyche zelf opgewekt. Ze lijken in dat opzicht dus op droombeelden.
Overigens bestaan er ook massa-hallucinaties, namelijk wanneer een groep mensen gezamenlijk een hallucinatie lijkt te beleven. Je zou misschien denken dat zulke massale hallucinaties toch een basis in de buitenwereld moeten hebben. Hoe kunnen al die mensen anders allemaal 'hetzelfde' zien, horen of ruiken? Alleen verschillen zulke massa-hallucinaties natuurlijk wel van gewone waarnemingen doordat er in feite niets (uitwendigs) waar te nemen valt. Bovendien heeft iedere persoon binnen de menigte in kwestie zijn of haar eigen hallucinaties, vergelijkbaar met wanneer je een groep gezamenlijke meditatieoefeningen laat doen en daarbij de opdracht geeft om een boom te visualiseren. Als het lukt, ziet iedereen weliswaar een boom voor zich, maar het gaat bij elke deelnemer hoe dan ook weer om een ándere boom.
Volgens materialisten zijn beelden van een geestelijke werkelijkheid, hiervoormaals of hiernamaals in feite een soort hallucinaties of – wanneer de persoon in kwestie bewusteloos lijkt – droombeelden. Er is in hun ogen namelijk, buiten ieders persoonlijke beleving, domweg geen andere externe realiteit dan de fysieke wereld van alledag. Een spirituele dimensie kun je dus ook niet echt buiten jou waarnemen, omdat ze los van je voorstellingen ervan nu eenmaal niet bestaat.
Persoonlijke ervaringen
Wanneer we het materialisme verwerpen, wordt de vraag naar de waarneming van een geestelijke werkelijkheid natuurlijk wel relevant. Eigenlijk kunnen alleen materialisten deze vraag als onzinnig aan de kant schuiven.
Nu hebben mensen al duizenden jaren visioenen, dromen en uittredingen gemeld waarbij ze een spirituele wereld zouden hebben waargenomen. Dit is de wereld waarin zielen na hun dood verblijven tot ze eventueel weer reïncarneren. Het lijdt geen twijfel dat talloze mensen ervaringen hebben gehad die betrekking hebben op die geestelijke werkelijkheid.
Ook als het hun moeite kost de juiste woorden te vinden om hun ervaringen te beschrijven, is er geen reden om te twijfelen aan het bestaan van die ervaringen zelf. Een herinnering aan een bijna-doodervaring zou in bepaalde gevallen misschien nog kunnen berusten op een soort droombeelden of onbewuste projecties waarbij de ziel het lichaam niet eens verlaten heeft. Maar er zijn hoe dan ook ervaringen die optreden terwijl de hersenactiviteit stilgelegd is en dus niet meer verantwoordelijk kan zijn voor zulke ervaringen. Dit geldt met name voor bijna-doodervaringen tijdens een vlak EEG waarbij de patiënt eerst specifieke gebeurtenissen in de fysieke wereld (correct) waarneemt, en later ook een spirituele realiteit binnentreedt.
'Actual-Death Experiences'
Dergelijke ervaringen worden niet ondersteund door de activiteit van het brein en ze worden daarom bijvoorbeeld door onderzoeker Sam Parnia 'Actual-Death Experiences' genoemd. Volgens Parnia gaat het niet om wat de patiënt beleeft als hij of zij de dood nadert, maar om ervaringen tijdens een toestand die men moet aanduiden als 'dood zijn'. Medisch gezien verschilt een klinische dood voornamelijk van een onomkeerbare, definitieve dood doordat iemand die klinisch dood is nog tot leven kan worden gewekt. Maar in feite zijn het volgens Parnia fasen binnen dezelfde toestand van 'dood zijn' en dus niet alleen binnen het stervensproces. Als we hiervan uitgaan, mogen we verwachten dat de spirituele werkelijkheid die iemand gedurende een bijna-doodervaring beleeft niet wezenlijk zal verschillen van de spirituele werkelijkheid die een overledene tegen zal komen.
Iets dergelijks geldt ook voor herinneringen aan een geestelijk voorbestaan bij jonge kinderen. Sommige peuters en kleuters hebben levendige herinneringen aan een andere wereld van waaruit ze zijn 'afgedaald' naar de aarde. Net als in het geval van bijna-doodervaringen kunnen hun herinneringen ook waarnemingen van deze fysieke wereld omvatten. Ze hebben dan bijvoorbeeld als geestelijk wezen gezien hoe hun ouders elkaar ontmoet hebben en hoe ze er destijds uitzagen.
Overeenkomsten tussen ervaringen
Men kan bijna-doodervaringen tijdens een hartstilstand en herinneringen aan een spiritueel voorbestaan bij jonge kinderen onderzoeken op overeenkomsten. Als elke ervaring weer totaal anders blijkt te zijn, dan is het denkbaar dat ervaringen in een buitenlichamelijke toestand per saldo toch neerkomen op een soort privédromen of projecties. Maar indien er sterke overeenkomsten zijn bijna-doodervaringen onderling, tussen afzonderlijke preëxistentie-herinneringen en tussen bijna-doodervaringen en preëxistentie-ervaringen, wijst dat op zijn minst op een gemeenschappelijke oorsprong.
Uit onderzoek blijkt inderdaad dat er grote overeenkomsten aangewezen kunnen worden.
Over het algemeen mogen we bijvoorbeeld stellen dat er sprake is van een prachtige, bovenaards aandoende werkelijkheid. Er zijn hogere wezens die de persoon ondersteunen, helpen of adviseren. Er kan telepathische communicatie plaatsvinden met mensen of dieren die men tijdens een aards leven heeft gekend. Men kan terugblikken op een aards leven om daar iets van op te steken . Algemener lijkt de specifieke vorm waarin de andere wereld zich manifesteert aangepast te zijn aan de persoonlijkheid en opvattingen van de betrokkene. Een hoger wezen of gids kan zich bijvoorbeeld tegenover een christen presenteren als een traditionele engel of Jezus Christus, terwijl een hindoe bijvoorbeeld een god of godin kan waarnemen. Vervolgens kan er een voorbereiding zijn op een fysiek leven, waarbij men terugkeert naar het lichaam dat men al had of afdaalt naar een nieuw lichaam.
Dergelijke overeenkomsten zijn zo opvallend dat we mogen concluderen dat de spirituele werkelijkheid die men ervaart een zogeheten intersubjectieve werkelijkheid moet zijn. Met andere woorden: een werkelijkheid die door meer dan één persoon subjectief beleefd wordt.
We merken eerlijkheidshalve op dat er ook wel negatieve bijna-doodervaringen bestaan, maar volgens Parnia is het de vraag of die ervaringen werkelijk tijdens een klinische dood optreden of misschien eerder een soort koortsdromen zijn. Het is volgens ons echter denkbaar dat negatieve elementen daadwerkelijk kunnen voorkomen in de andere wereld, namelijk als aanpassing aan negatieve verwachtingen (bijvoorbeeld over hel en verdoemenis).
Per saldo lijkt het erop dat ervaringen van een andere wereld enerzijds doen denken aan dromen, omdat ze sterk gekleurd kunnen worden door de inhoud van onze eigen geest. Anderzijds vertonen ze ook gedeelde kenmerken, waardoor ze lijken op waarnemingen binnen deze materiële werkelijkheid. De andere wereld is dus minder 'stoffelijk' dan deze wereld en richt zich meer naar de inhoud van de psyche, maar het is naar alle waarschijnlijkheid wel een gedeelde werkelijkheid. We delen haar met anderen die er vergelijkbare ervaringen mee kunnen opdoen.
Bijna-doodervaringen en preëxistentie-ervaringen zijn trouwens niet de enige soorten ervaringen die je op dit punt met elkaar kunt vergelijken. Je kunt bijvoorbeeld ook kijken naar overeenkomsten met bewuste uittredingen (buiten een levensbedreigende situatie) of mediamieke boodschappen van overledenen over de realiteit waarin ze sinds hun overlijden vertoeven. Bijna-doodervaringen en preëxistentie-ervaringen zijn volgens ons vanuit het aardse perspectief gezien echter wel de betrouwbaarste bronnen van informatie over een geestelijke realiteit. Bij gewone uittredingen (buiten een bijna-doodervaring) kan er bijvoorbeeld nog sprake zijn van een soort lucide dromen en bij mediamieke boodschappen kan het soms gaan om onbewuste fantasieën.
Gedeelde ervaringen
Wanneer we kijken naar bijna-doodervaringen, preëxistentie-ervaringen en de opmerkelijke overeenkomsten daartussen mogen we zoals gezegd concluderen dat de geestelijke wereld een gedeelde, intersubjectieve realiteit is en dus niet slechts een privé-droom. Dit maakt het ook mogelijk om te veronderstellen dat we in de andere wereld concrete ervaringen kunnen delen met andere geestelijke wezens.
Er blijkt bewijsmateriaal voor deze mogelijkheid te bestaan. Namelijk in de vorm van zogeheten shared death experiences (gedeelde dood-ervaringen) waarbij iemand een glimp opvangt van de spirituele wereld die waargenomen wordt door een familielid of vriend, terwijl deze stervende of klinisch dood is. Raymond Moody heeft hier het mooie boek Een blik in de eeuwigheid over gepubliceerd. Een moeder onderging bijvoorbeeld een soort terugblik op het leven van haar overleden zoon waardoor ze later vrienden van hem en plaatsen waar hij geweest was wist te herkennen. In een ander geval zagen de volwassen kinderen van een patiënte hoe haar ziel haar lichaam verliet en door een soort poort ging. Stichting Athanasia heeft zelf ook een aantal ervaringen op dit gebied onderzocht. Ze worden beschreven in ons boek Van en naar het Licht.
Mensen kunnen ook de ervaringen van overleden dieren telepathisch meebeleven. Kim Sheridan vermeldt enkele casussen van dit type. Bijvoorbeeld een geval waarin iemand een terugblik op het leven van een paard te zien krijgt en de casus van iemand die zag hoe haar overleden kat welkom werd geheten in een wereld van Licht.
Dit type ervaringen toont aan dat het in de andere wereld mogelijk blijft om contact te houden met geliefden. Men zit dus niet 'opgesloten' in een volledig afgeschermd, eigen stukje geestelijke werkelijkheid maar kan desgewenst ook dingen delen met anderen.
Contacten met overledenen
Dit blijkt ook nog uit het contact met overledenen dat sommigen tijdens een bijna-doodervaring of preëxistentie-ervaring ten deel valt. Het verschijnsel komt overigens ook voor bij gedeelde dood-ervaringen waarbij naaste betrokkenen bijvoorbeeld kunnen zien hoe een geest met een specifiek uiterlijk de patiënt komt ophalen. Na afloop blijkt dan dat het uiterlijk van de geest exact overeenkomt met dat van een geliefde overledene die de nabestaande in kwestie zelf nog niet kende.
Een voorbeeld van een bijna-doodervaring met contact met een overledene:
De kleuter Andrew had tijdens zijn BDE een 'zwevende dame' gezien die hem mee naar boven nam. Een tijdje later liet zijn moeder hem een oude foto van haar eigen moeder zien toen deze haar huidige leeftijd had. Andrew zei: “Dat is ze, dat is die dame.”
Een voorbeeld van een preëxistentie-ervaring:
De driejarige Johnny vroeg op een dag plotseling of zijn moeder hem een verhaaltje over 'Opa Robert' wilde vertellen. Zijn moeder was hier erg verbaasd over, want ze had hem nooit eerder over Opa Robert, een van haar eigen opa's, verteld en de man was al voor haar trouwen overleden. Ze vroeg hoe hij wist dat er een Opa Robert had bestaan. Johnny antwoordde op eerbiedige toon: “Nou mamma, hij was degene die me naar de aarde gebracht heeft.”
Dit soort ervaringen geeft volgens aan dat men in de andere wereld actief banden kan onderhouden en bij anderen betrokken kan blijven. Er is niet slechts sprake van incidentele telepathische indrukken van de ervaringen van anderen, maar ook van bewuste communicatie met wezens die je lief zijn.
Literatuur
– Hinze, E. (2006). We lived in heaven: Spiritual accounts of souls coming to earth. Spring Creek.
– Moody, R., & Perry, P. (2010). Een blik in de eeuwigheid. Bruna.
– Parnia, S., & Young, J. (2013). Erasing Death: The Science That Is Rewriting the Boundaries Between Life and Death. HarperOne.
– Rawat, K.S., & Rivas, T. (2005). The Life Beyond: Through the eyes of Children who Claim to Remember Previous Lives. Journal of Religion and Psychical Research, 28, 3, 126-136.
– Rivas, T. (2010). Herinneringen aan een geestelijk bestaan voor de conceptie. Reflectie, Tijdschrift voor Religie en Spiritualiteit, 1, 7, voorjaar, 20-22.
– Rivas, T. (2013). Uit het leven gegrepen (derde druk). Lulu.com.
– Rivas, T., & Dirven. A. (2010). Van en naar het Licht. Leeuwarden: Elikser.
– Sharma, P., & Tucker, J.B. (2004). Cases of the Reincarnation Type with Memories from the Intermission Between Lives. Journal of Near-Death Studies, 23 (2), 101-118.
– Sheridan, K. (2004). Animals and the Afterlife. Escondido: EnLighthouse Publishing.
Dit artikel werd gepubliceerd in Paraview, jaargang 17, nummer 3, augustus 2013, blz. 12-15.
Contact: titusrivas@hotmail.com