Titel

Edele dieren en speciësisme

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 24 September, 2011)

Samenvatting

Titus Rivas stelt dat alle dieren zonder onderscheid 'edel' genoeg zijn om gerespecteerd en met rust gelaten te worden.


Tekst


Edele dieren en speciësisme

Mijn helaas te vroeg overleden buurman Max was de kwaadste niet als het op dieren aankwam. Hij had een hondje dat hij liefdevol verzorgde en hij kreeg als vleeseter schuldgevoelens als hij serieus stilstond bij de realiteit in abattoirs. Enkele jaren geleden piekerde Max over de slacht van afgedankte paarden. Hij vertelde me onder meer over een paardenslager die geregeld belaagd werd door jonge tienermeiden. Ze kwamen emotioneel op voor de rechten van hun geliefde diersoort. Daar kon hij goed in komen, want paarden zijn ook volgens hem 'edele' dieren die je na bewezen diensten met pensioen moest sturen.

Dierlijke adel
Mijn buurman is zeker niet het enige voorbeeld van iemand die vindt dat bepaalde diersoorten een 'speciale behandeling' verdienen. De manier waarop sommigen in Korea met honden en katten omgaan, roept niet voor niets veel afschuw onder westerlingen op. Los van de inderdaad hemelschreiende mishandeling gaat het daarbij vooal om de bijzondere genegenheid die deze dieren in onze cultuur massaal ten deel valt. Het is alsof er in Korea gezinsleden of vrienden worden gemarteld en gedood.
Sommige diersoorten spreken ons mensen nu eenmaal meer aan dan andere, waardoor ze al gauw een aparte status krijgen en vaak in ieder geval gedeeltelijk ontsnappen aan de keiharde speciësistische orde. Dit is zeker geen moderne uitvinding, maar komt in allerlei culturen en ook bij natuurvolkeren voor. Denk bijvoorbeeld aan de totemdieren waar oude stammen zich mee identificeerden, de gemummificeerde dierenlijken uit het oude Egypte of de bezongen paarden van de Mongolen.
Als het gaat om de verheffing van bepaalde dieren boven andere verwijzen velen naar de factor 'aaibaarheid'. Hoe meer leden van een bepaalde diersoort door hun vacht, ongevaarlijkheid en gelijkenis met menselijke baby's als het ware 'uitnodigen' tot knuffelen, des te meer zouden we geneigd zijn hun een speciale status te geven. Dat is echter te kort door de bocht. Natuurvolkeren beschouwen bijvoorbeeld juist allerlei gevaarlijke en ongenaakbare roofdieren als superieur. Tegenwoordig wordt ook de mate van psychologische complexiteit, zelfbewustzijn en gevoeligheid gehanteerd als criterium om bepaalde dieren als 'edeler' dan andere te beschouwen. Het is voorts opvallend dat mensen die intensief met leden van een bepaalde soort optrekken (ongeacht hun aaibaarheid), minder geneigd kunnen zijn om ze op te eten.

Speciale behandeling
Overigens betekent het toekennen van een meerwaarde aan bepaalde diersoorten niet per se dat men ze ook te allen tijde zal sparen. Veel oude culturen gebruiken edele dieren bijvoorbeeld niet voor normale maaltijden, maar wel voor belangrijke (rituele) feestmalen. Zelfs de Spaanse vechtstieren worden door liefhebbers vaak gezien als leden van een nobel ras, die echter opgeofferd mogen worden tijdens 'feestelijke' stierengevechten. Zo worden herten door veel westerlingen ook als edel beschouwd, maar tegelijk toch benaderd als bijzondere lekkernij.
Adellijke titels zorgen er dus niet voor dat dieren volledig gevrijwaard zullen zijn van al dan niet ernstige mishandeling en moord.
Het is al helemaal de vraag of het concept van edele dieren ook maar iets bijdraagt tot een structurele verbetering van de positie van dieren in het algemeen. Als sommige diersoorten edel zijn en daardoor een betere behandeling verdienen dan andere, betekent dat in feite een bevestiging van de relatieve rechteloosheid van 'onedele' dieren. Het idee dat sommige dieren meer adel bezitten dan andere, is in feite dan ook een vorm van speciësisme, discriminatie op basis van diersoort. Net zoals mensen door speciësisten superieur worden geacht aan andere dieren, zo zijn ook bepaalde diersoorten meer waard dan andere, door de aan hen toegeschreven adel.

Rechten van 'edele dieren'
Ook al is het aloude concept van de adel van bepaalde soorten niet bevorderlijk voor de emancipatie van individuele dieren ongeacht hun diersoort, een nieuwe interpretatie ervan kan wellicht toch iets bijdragen tot die emancipatie. Sommige diersoorten vertonen psychologisch gezien meer menselijke kenmerken dan andere, waaronder bijvoorbeeld zelfbewustzijn. De algemeen aanvaarde voorbeelden daarvan betreffen de mensapen en de dolfijn- en walvisachtigen.
Niemand minder dan de bekende ethicus Peter Singer is betrokken bij het project GAP, een afkorting voor Great Apes Project, dat tegelijk 'kloof' betekent in het Engels. Het project maakt zich hard voor de erkenning van leden van mensapensoorten als zelfbewuste individuen. Mensapen zouden rechten moeten krijgen, die vergelijkbaar zijn met de rechten van mensen. Singer en zijn medewerkers beogen daarmee echter niet alleen de rechten van mensapen te bevorderen, maar tevens de kloof te dichten die er voor velen nog steeds bestaat tussen mensen en andere dieren. Als men maar eenmaal erkend heeft dat dieren rechten kunnen hebben, zal een betere behandeling voor alle diersoorten dichterbij komen.
Bestrijders van de walvisvaart wijzen terecht op het feit dat walvissen net als wij zelfbewustzijn hebben, zodat het onnodig doden ervan in die zin ethisch overeenkomt met het doden van een medemens.
In beide gevallen zien we een nieuw, moreel bevlogen invulling van het concept 'edel dier' die niet langer automatisch hoeft te leiden tot discriminatie van andere diersoorten. De speciale waardering van bepaalde diersoorten wordt terecht gezien als hypocrisie zolang men andere dieren gewoon blijft gebruiken voor menselijke doeleinden. Toch lijkt het me niet ondenkbaar dat pleidooien voor het sparen van leden van bijzondere diersoorten als chimpansees en walvissen mede de basis zal leggen voor een ruimer moreel réveil. Men zou dan uiteindelijk ontdekken dat alle dieren zonder onderscheid 'edel' genoeg zijn om gerespecteerd en met rust gelaten te worden.

Cynisme tegenover het concept edel dier
Sommige tegenstanders van het concept van 'edele dieren' wijzen die gedachte niet af omdat ze het discriminerend vinden tegenover andere diersoorten, maar omdat ze vinden dat mensen het recht hebben om alle dieren naar goeddunken te gebruiken of op te eten. Ze onderkennen de willekeur van het moreel bevoordelen van bepaalde dieren dus, maar trekken daar juist de conclusie uit dat diergebruik geen soortelijke grenzen dient te kennen. Dergelijke cynici kunnen bijvoorbeeld enthousiast raken over exotische gerechten waarin mensapen verwerkt zijn of zweren bij reerug en paardenvlees. Ook kunnen ze sympathie tonen voor het eerherstel van de walvisvaart of begrip opbrengen voor de slacht van honden en katten in landen als Korea, China of Viëtnam. We moeten het in ieder geval met mijn buurman Max eens zijn dat deze cynische, totale afwijzing van de waarde van dieren neerkomt op een schokkende aantasting van menselijke beschaving.

Dit artikel werd gepubliceerd in Gezond Idee!, nr. 59, winter 2003, blz. 34-35, en overgenomen in Leven, tijdschrift van de Nederlandse Vegetariërsbond, januari-februari 2006, nummer 1, blz. 12-13.

Reacties: titusrivas@hotmail.com