Titel

En hij gaf mij adelaarsvleugels (Recensie)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 1 May, 2016)

Samenvatting

Boekbespreking door Titus Rivas van "En hij gaf mij adelaarsvleugels: verslag van een Bijna Dood Ervaring" van Cisca Metselaar


Tekst


Boekbespreking
Cisca Metselaar. En hij gaf mij adelaarsvleugels: verslag van een Bijna Dood Ervaring. Cisca Metselaar, 2010. ISBN 978-94-6008-063-0.

Cisca Metselaar hield jarenlang een dagboek bij en besloot dit uiteindelijk om te vormen tot En hij gaf mij adelaarsvleugels. Ze was reeds als kind paranormaal begaafd, en had bijvoorbeeld ervaringen met het aanvoelen van sferen, voorgevoelens en aura's. Ten tijde van de publicatie van haar boek is Cisca inmiddels in de 30 en heeft ze haar gaven helemaal aanvaard.
Na een beschrijving van haar moeilijke jeugd, vertelt Metselaar over haar BDE in de jaren 90. We lezen onder meer dat ze haar eigen lichaam ziet liggen en uiteindelijk in contact komt met een soort engel die haar uitleg geeft over het hiernamaals. Ook krijgt ze een visioen te zien van een jongen die ze later op aarde zal ontmoeten.. Hij blijkt dan ongeneeslijk ziek te zijn en veel steun te ondervinden aan haar verhaal. De engel wijst haar ook op een missie die ze op zich genomen zou hebben en die samenhangt met rampen in Azië.
Voorts ontmoet de auteur haar overgrootmoeder die haar klaarblijkelijk paranormale informatie doorgeeft. In haar dagboek staat volgens Metselaar o.a.: “11 september, aanslag New York, 11 maart Madrid. Oma heeft dit gezegd in mijn BDE. Ik vertel iedereen van mijn dromen [sic] tijdens de operatie en de dagen erna, ik vertel van de aanslag met de vliegtuigen. Niemand gelooft me.”
De bijna-doodervaring ontwikkelt zich nog verder na deze ontmoeting. Metselaar ervaart bijvoorbeeld dat ze een grote ronde bal van licht is en ze ziet haar overleden opa. Sommige aspecten van haar BDE blijken overigens in hoge mate gekleurd te zijn door een christelijke levensovertuiging. Ze krijgt in haar beleving zelfs persoonlijk contact met Jezus die haar 'adelaarsveren' geeft (vergelijk de titel). Metselaar noemt hem 'de brug tussen mensen en het God', waarbij 'het' God een goddelijk, universeel aspect van de menselijke ziel aanduidt. Dit spirituele gedeelte is overigens relatief uitgebreid. Ik wil niet uitsluiten dat het onbewust beïnvloed is door allerlei channeling-literatuur die Metselaar gelezen zou kunnen hebben. De meeste stellingen waar ik mij persoonlijk niet in kan vinden, komen in dit gedeelte voor. Zoals de volgens mij bizarre uitspraak dat bij verliefdheid alleen 'het aardse lichaam' verliefd is, een uitgesproken collectivistische afwijzing van individualisme (ook in de neutrale en positieve zin), en een gruwelijke voorspelling over een wereldwijde epidemie.
Toch vind ik dit geen slecht boek. Metselaar schrijft bijvoorbeeld: “Ik heb zoveel geleerd, ik wil niemand meer kwetsen of pijn doen, ik wil zo graag aan iedereen vertellen dat er een thuis is, dat het bestaat. Al is het leven nog zo zwaar en heeft de ziel veel kracht nodig om door te zetten. Soms zijn er te veel tranen, maar ik zou ze zo graag willen vertellen dat het ooit allemaal naar hen toekomt.”

Titus Rivas

Geplaatst in Terugkeer 26(1), voorjaar 2015, blz. 29, en Levenslicht 42, voorjaar 2015, blz. 19.

Contact: titusrivas@hotmail.com