Titel

Signalen uit de hemel

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 16 November, 2006)

Samenvatting

Titus Rivas biedt een overzicht van de zogeheten aankondigingservaringen waarbij onbelichaamde zielen of geesten communiceren met levenden voorafgaand aan hun (re)incarnatie.


Tekst


Signalen uit de hemel

door drs. Titus Rivas

Volgens de christelijke traditie kreeg Maria een visioen van de aartsengel Gabriël die haar vertelde dat ze zou bevallen van de Messias. Deze "annuntiatio" (aankondiging) zoals de gebeurtenis wordt aangeduid in het Latijn werkt door in uitbeeldingen van het kerstverhaal en in de Spaanse voornaam "Maria de la Anunciación". Nog niet zolang geleden maakte pop- en gospelzangeres Amy Grant een mooi nummer dat de gevoelens van Maria beschrijft na de aankondiging, "Breath of Heaven". De eerste regel van het "Weesgegroetje", het voornaamste rooms-katholieke gebed tot Maria, houdt trouwens ook verband met de annuntiatio.
In de boeddhistische traditie is er eveneens sprake van een aankondiging, namelijk van de geboorte van Siddharta Gautama. Zijn moeder droomde dat een jonge witte olifant met een lotusbloem in zijn slurf haar baarmoeder van de rechterkant binnenging. Tibetaanse boeddhisten kunnen aankondigingen van de wedergeboorte van een geestelijke in dromen en visioenen gebruiken bij hun pogingen om hem te traceren.
Het parapsychologische reïncarnatieonderzoek toont aan dat aankondigingsdromen niet alleen in een religieus verband voorkomen. Sommige moeders, maar ook anderen in haar omgeving, kunnen indrukken krijgen over de persoonlijke ziel die bij hen zal reïncarneren of die al bij haar gereïncarneerd is.

Een voorbeeld van een aankondigingsdroom werd mij gemeld door Mevrouw A.M. Knijnenburg uit Leimuiden op 30 januari 2002:
"Mijn moeder had voor mijn geboorte vier miskramen gehad. Voor mijn geboorte moest ze acht maanden op bed liggen, om zodoende een volgende miskraam te voorkomen. Enkele weken voor mijn geboorte vertelde de dokter haar dat of het kind of de moeder of beiden het niet zouden overleven. Mijn moeder [was] 40 en haar moeder 27 jaren overleden, waar zij een nauwe band mee had gehad. 's Nachts ligt ze wakker, plots wordt de kamer helgeel verlicht met in het midden daarin haar moeder staand. Mijn oma heeft een pasgeborene in handen en zegt hierbij: geen zorgen, Annie. Alles komt goed. Het is een meid. Hierbij liet ze de baby zien aan mijn moeder. Intuïtief was mijn moeder door deze verschijning gerustgesteld en maakte zich ook geen zorgen meer. Na mijn geboorte liet de dokter mij aan mijn moeder zien op dezelfde manier als dat mijn oma mij liet zien. Hierbij zei hij: Het is een meid. Na deze gebeurtenis wist mijn moeder zeker dat ze niet gedroomd had, maar dat haar moeder ook echt aan haar was verschenen om haar gerust te stellen."

Verifieerbare gevallen
Aankondigingsdromen, in het Engels aangeduid als "announcing dreams", komen in allerlei culturen voor. Ze treden zowel tijdens de zwangerschap als daarvoor en ook nog na de geboorte op en leveren in alle gevallen informatie over het verleden van de persoonlijke ziel van het kind in kwestie. Deze dromen ontlenen parapsychologisch gezien hun voornaamste bewijskracht aan het feit dat ze optreden bij paranormale, geverifieerde gevallen van reïncarnatie. Dat maakt aankondigingsdromen ook interessant als er sprake is van verder ongeverifieerde gevallen. Een voorbeeld van een dergelijk paranormaal geval is dat van Kumkum Verma (Stevenson, 1975). Haar moeder droomde over een meisje omgeven door slangen, terwijl Kumkum Verma later verifieerbare herinneringen had aan een leven als de vrouw Sundari die inderdaad een slang had gehouden als huisdier.
Een ander voorbeeld is het Turkse geval van Necip Ünlütaşkıran uit de stad Adana, Turkije (Stevenson, 1997). Necip had allerlei moedervlekken op zijn hoofd, gezicht en bovenlichaam. Rond zijn geboorte droomde Celile, de moeder van Necip, dat een man die zichzelf Necip noemde, aangaf dat hij naar haar toe zou komen. Op dat moment hadden de ouders al een naam voor de jongen bedacht, namelijk Malik, maar naar aanleiding van de droom besloten ze zijn naam te veranderen.
Aangezien er echter al een kind in de familie was dat Necip heette, noemden zijn ouders hem Necati. Zodra het kind kon praten, stond hij erop dat hij Necip genoemd werd. Hij vertelde later pas over een vorig leven, en beweerde daarbij dat hij zelf kinderen had gehad. Hij woonde in Mersin, op ongeveer 80 km afstand van Adana, waar Necip in dit leven nog nooit geweest was. Hij vertelde dat hij doodgestoken was en wees aan op welke plekken hij geraakt was.
Rond zijn twaalfde herkende hij tijdens een ongebruikelijk familiebezoek in het dorpje Karaduvar bij Mersin, een oude vrouw als "oma" uit zijn vorige leven. De vrouw in kwestie bleek in dezelfde buurt te hebben gewoond als ene Necip Budak en in die buurt inderdaad bekend te hebben gestaan als een (buurt)"oma". Necip herkende even later familieleden van Necip Budak. Ian Stevenson bestudeerde dit geval samen met de Turkse onderzoeker Reşat Bayer. Stevenson beschouwt het geval als erg bewijskrachtig en wijst normale verklaringen als ontoereikend van de hand. De ouders en andere mensen in de omgeving van het huidige leven hadden namelijk nog nooit van Necip Budak gehoord voordat de jongen met zijn uitspraken op de proppen kwam.
Naast de aankondigingsdroom waarin de naam Necip genoemd werd, had Celile nog een droom gehad. De droom vond drie dagen voor de geboorte van haar zoon plaats. Ze droomde dat een man naar haar huis was gekomen en plaats had genomen op een stoel. Ze vroeg hem wat hij wilde en hij antwoordde: "Ik blijf bij jou." Ze zei: "Waarom zou je dat doen? Mijn man komt binnenkort terug en hij zal dat niet zo leuk vinden." Ze probeerde hem over te halen om weer te vertrekken, maar hij bleef bij zijn besluit en zei nog: "Ik kom uit Mersin, en ik blijf bij jou." Tot slot vertelde hij haar nog dat hij neergestoken was met een mes, tijdens een vechtpartij.
Dit soort gevallen als van Kumkum Verma en Necip Ünlütaşkıran maakt dat we ook gevallen van aankondigingsdromen serieus kunnen nemen waarin men niet kan aantonen dat er sprake is van paranormale herinneringen aan een vorig leven. Anders gezegd, we kunnen niet zo maar meer om aankondigingsdromen heen, alsof het om niets meer zou gaan dan projectie van wensen of fantasieën van (aankomende) moeders of leden van andere families. Overigens zijn aankondigingsdromen een van de steeds weer gemelde constanten van het reïncarnatieonderzoek. Ze treden volgens Ian Stevenson overal ter wereld op (Stevenson, 1987).

Ongeverifieerde gevallen
Ook bij gevallen waarbij men de uitspraken van een kind niet kan traceren tot een concreet vorig leven, is er vaak sprake van aankondigingsdromen. Er is alle reden om aan te nemen dat ze in sommige gevallen net als bij verifieerbare reïncarnatieherinneringen echt te maken hebben met aanwijzingen over het kind dat geboren zal worden. Een mooi voorbeeld is het geval S. dat uitvoerig aan bod komt in mijn boek "Parapsychologisch onderzoek naar reïncarnatie en leven na de dood" (Rivas, 2000). Haar moeder L. vertelde me over verschillende dromen die voorafgingen aan de geboorte van S. die zich later een leven herinnerde tijdens de Holocaust. Een daarvan beschreef ze als volgt: "Ik stond in een ruimte van cement of beton. Het leek een grote ruimte. In het midden van de ruimte bevond zich een grote stapel lijken. De lijken droegen kleren (ik realiseerde me dat dit het gemakkelijker voor me maakte om naar de lijken te kijken). Vervolgens bevond ik mij buiten waar ik met een meisje opliep dat ik inschatte als ongeveer negentien jaar oud. Ze had een lichte huid en heel donker, misschien wel zwart, krullend haar tot op haar schouders. Haar ogen waren al even donker, zelfs zo donker dat ze op zwarte, brandende kolen leken. Ze droeg een jas die tot halverwege haar kuiten reikte en die er uitzag als een jas uit de jaren dertig of veertig. Ik weet niet meer wat ze aan haar voeten droeg. We communiceerden telepathisch met elkaar terwijl we verder liepen over een smal pad. Aan de linkerkant was er een witte muur te zien. Op een gegeven moment stopte het meisje. Ze hield haar rechterhand omhoog en wees op een huis met een soort railing en zei: "Daar zal ik geboren worden!". Opmerkelijk genoeg herkenden L. en haar man E. de railing en de witte bakstenen muur uit haar droom later pas, na een verhuizing, en wel bij hun nieuwe woning. Het huis bleek nog niet eens bestaan te hebben toen L. erover droomde. Bij haar geboorte had S. overigens dezelfde donkere ogen en haren als de jonge vrouw. Hoewel haar herinneringen grotendeels onverifieerbaar zijn, is het verder een klassiek geval. Zo herinnerde S. zich het genoemde vorige leven ongeveer vanaf haar derde.
De moeder van Ma Tin Aung Myo uit Birma (Stevenson, 1997) droomde drie keer dat een gedrongen Japanse soldaat met een ontbloot bovenlijf en in een korte broek haar volgde en zei dat hij bij haar en haar man zou komen leven. Haar kind, een meisje, vertoonde later een fobie voor vliegtuigen en zei dat ze een Japanse soldaat was geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze was kok geweest en een vliegtuig was over het dorp gevlogen en het had haar daarbij gedood. Ze kwam naar eigen zeggen uit Noord-Japan, was getrouwd geweest en had kinderen gehad. Ze beschreef haar kleren en hoe ze gedood was.
Carol Bowman citeert een vader met een opmerkelijke ervaring rond de identiteit van zijn zoon (Bowman, 2001, blz. 229-233): "Vlak voor zijn geboorte werd ik omhuld door een bijzonder sterke kracht en ik voelde dat men een boodschap op mij overbracht. (...) Mijn eerste gedachte was dat dit een engel was die me een boodschap wilde overbrengen. Ik zag geen op engelen lijkende wezens, maar kon wel een aanwezigheid ervaren die ik recht boven me en iets vóór me voelde. (...) De boodschap die ik ervoer, was als volgt: "Dit kostbare kind is een van de mariniers die in 1983 omkwamen bij een explosie in de kazerne in Beiroet. Je moet hem beschermen! Hij zal dit leven beginnen met angsten die hem door deze gebeurtenis zijn bijgebleven, zoals angsten voor harde geluiden. Je moet hem goed beschermen en hem helpen deze angsten te overwinnen. (...) Op een avond, toen Mark vier jaar was, hoorde ik hem toen ik langs zijn slaapkamerdeur liep zachtjes snikken. Het was ongeveer half negen 's avonds en Mark sliep meestal al zo'n beetje rond zeven uur. Zachtjes opende ik de deur op een kiertje om naar binnen te kijken. Mark zat op zijn knieën op het bed met zijn hoofd in zijn handen te snikken. Ik had hem nog nooit eerder zó zien huilen. (...) Hij schudde alleen maar verdrietig zijn hoofd en zei: "Ze zijn allemaal weg." Ik dacht even na, omdat ik niet wist wat ik moest zeggen, terwijl Mark bleef doorsnikken. Toen vroeg ik: "Waar zijn je vrienden?" Hij zei: "Ze liggen onder de rotsblokken, de grote rotsblokken. Ze zijn allemaal weg.""

Andere soorten aankondigingservaringen
Sommige aankondigingen over de ziel die bij een aankomende moeder geboren zal worden zijn niet verwerkt in dromen, maar doen zich voor als verschijningen van de geest van het kind of van engelen, visioenen tijdens het waakbewustzijn, stemmen of ingevingen.
De moeder van "Christina" (pseudoniem), een Nederlands meisje uit Malden (Rivas, 2000) dat zich naar alle waarschijnlijkheid een vorig leven herinnerde in het Spijkerkwartier te Arnhem beëindigd door een tragische brand, had bijvoorbeeld een soort visioenen gehad van een meisje (en haar broertje), hetgeen volgens haarzelf verband zou houden met haar dochter.
Ook na de geboorte kunnen er nog ervaringen plaatsvinden die duidelijk verwant zijn aan aankondigingservaringen. De Turkse Fatma Ekici (Stevenson, 1997), moeder van Mahmut Ekici droomde bijvoorbeeld dat deze na zijn geboorte, toen hij constant huilde, als baby aan hem verscheen. Hij zag er dus uit zoals hij nu was, maar kon wel spreken als een volwassene en hij zei: "Ik heb al mijn geliefden verlaten om bij jou te komen en jij klaagt over mij." In zogeheten "departure dreams" (vertrekdromen) dromen ouders of andere familieleden uit het vorige leven over de bestemming van de overledene in een volgend aards leven (Stevenson, 1987, 1997). Soms laten hun geliefden daarin ook zien waar en bij wie ze reïncarneren of al wedergeboren zijn. In enkele gevallen klagen ze daarbij ook over de huidige situatie, bijvoorbeeld over het gegeven dat er veel gedronken wordt thuis. Naar het schijnt stellen dit soort dromen nabestaanden soms in staat om de overledene in zijn of haar nieuwe gedaante terug te vinden. Van dit gegeven maken ondermeer Tibetaanse monniken dankbaar gebruik tijdens hun speurtocht naar een overleden lama.

Aankondigingsdromen en cultuur
In het algemeen komen er betrekkelijk veel dromen voor waarin kinderen verklaren bij hun aankomende ouders te willen blijven. Zoals bij de meeste dromen het geval is, passen ze zich daarbij ook aan culturele verschillen in opvatting aan (Stevenson, 1997). Bij de Tlingit-Indianen in Alaska zijn er vaak dromen waarin de geest van een overledene aankondigt dat hij in een bepaalde familie wil reïncarneren. In zo'n droom komt een overledene bijvoorbeeld een huis ingelopen met een koffer en legt die koffer vervolgens in een slaapkamer neer. In Myanmar daarentegen doen geesten vaak een verzoek aan de moeder-in-spe om bij haar te mogen blijven. Ze zouden dat vaak doen vóór de conceptie.
Bij de Druzen gelooft men dat een ziel direct na haar dood reïncarneert in een nieuw lichaam ("instant reïncarnatie") waardoor men precognitieve aankondigingsdromen zou krijgen, die plaatsvinden voor de conceptie en voor de dood van degene die uiteindelijk zal reïncarneren. Dit soort verschillen kun je verklaren vanuit de menselijke neiging om ervaringen die niet overeenkomen met je verwachtingspatroon grotendeels te onderdrukken. Zodat vooral die ervaringen overblijven die men goed kan plaatsen. Maar desondanks komen er ook aankondigingsdromen voor in kringen die daar eigenlijk niet in geloven of geen waarde aan hechten. Het verschijnsel is dan ook zeker niet weg te verklaren als niet meer dan een culturele constructie.

Aankondiging zonder bewuste herinneringen aan vorige levens
De laatste jaren is er ook onder mensen die niet in vorige levens geloven aandacht voor aankondigingservaringen. Er zijn zelfs websites aan dit soort ervaringen gewijd, die in het Engels worden aangeduid als Prebirth Experiences (PBEs). De meest opvallende zijn wel die van Sarah Hinze en haar man dr. Brent Hinze, http://sarahhinze.com/, en www.light-hearts.com van Elisabeth Hallett schrijfster van "Soul Trek". De Hinzes laten allerlei aankondigingservaringen de revue passeren bij mensen die niet in reïncarnatie geloven. Veel van die ervaringen komen minder overtuigend over dan aankondigingsdromen bij reïncarnatiegevallen. Ze lijken soms op niet meer dan droomprojecties van fantasieën of overpeinzingen over het geslacht van het ongeboren kind en meer van dergelijke diepzinnige onderwerpen. Dit gaat echter niet altijd op. Sommige ouders dromen bijvoorbeeld over geesten in het wit of wezens van licht die hen een kind toevertrouwen. John Denver zou dat hebben meegemaakt en daarbij gezien hebben dat het gezicht van het kind in de droom overeenkwam met het gezicht van zijn zoontje.
Merkwaardig genoeg noemen veel kinderen bij aankondigingservaringen zonder reïncarnatieherinneringen zichzelf wel bij een specifieke naam, die net als bij Necip overeen zou kunnen komen met hun vorige aardse naam. Andere ouders zien verschijningen van volwassenen of kinderen die aankondigen dat ze bij hen geboren zullen worden (Hinze, 1996; Hallett, 1995). De moeder van "Kees" die zich een leven als Armand herinnerde wou haar kind aanvankelijk "Arjan" noemen (Rivas, 2000).
Ook bij miskramen en overwogen abortussen komen ervaringen voor die voor de ouders zelf wijzen op vaak troostend contact met de ziel van het kind dat bij hen geboren zou worden. Dit soort ervaringen zou wel eens een serieus parapsychologisch argument kunnen zijn om abortus in bepaalde individuele gevallen af te wijzen. Niet vanuit een religieus dogma, maar vanuit reële ervaringen en zonder de keuzevrijheid in het algemeen aan te tasten.

Ervaringen met betrekking tot de tussenperiode van het kind
Sommige ervaringen hebben betrekking op de periode tussen twee aardse incarnaties van de ziel die bij een bepaalde moeder wedergeboren zal worden. Sarah Hinze noemt ervaringen van mensen die een bijna-dood ervaring hebben gehad en daarbij contact kregen met een ziel die op het punt stond geboren te worden.
Genoemde L., de moeder van S., had een paar weken voor diens geboorte twee op elkaar aansluitende dromen. Ze zag hetzelfde meisje uit haar eerste droom (zie boven), die voor L. stond, terwijl het tegelijk leek alsof L. en het meisje deel van elkaar uitmaakten. Ook zag ze een oud huis op een ranch. Er was een veranda om het hele huis heen en daarop zaten ongeveer zeven tot acht mensen. In de tweede droom zag ze dezelfde mensen en opnieuw bevond ze zich achter het meisje terwijl ze ook onderdeel van haar uitmaakte. Maar nu bevond men zich in een donkere kamer waarin alleen een tafel door een daarboven hangende lamp verlicht werd. Het deed L. denken aan een soort spionagefilm. De mensen achter de tafel begonnen met een ondervraging: 'Heb je de juiste beslissing genomen? Weet je zeker dat je dit wilt doen? Wil je dit doorzetten? Weet je zeker dat je bij deze mensen wilt zijn? Blijf je bij je besluit?' Ze gingen maar door met hun vragen en elke keer antwoordde het meisje: 'Ja! Ik ben er zeker van. Ik wil bij deze mensen zijn. Ja, ik wil ermee doorgaan. Nee, ik wil niet van gedachten veranderen. Ja, ik heb de juiste beslissing genomen.'
Dit leek zo nog een tijdje door te gaan. L. was verbaasd dat ze erbij mocht zijn en dat ze haar niet schenen op te merken. Ze voelt zich ook nu nog vereerd dat ze dit allemaal mocht meemaken.
Het mooie aan deze dromen is dat ze qua thematiek overeenkomen met herinneringen aan een tussenperiode waarin geesten of zielen voor de keuze staan bij wie ze gaan reïncarneren.

Wat leren we van authentieke aankondigingservaringen?
Uit het bovenstaande kunnen we opmaken dat er hoe dan ook aankondigingservaringen zijn die echt betrekking hebben op de identiteit van het kind en soms ook op zijn of haar ervaringen in de tussenperiode. In sommige gevallen kunnen we dit opvatten als een soort helderziendheid van de ouders of hun omgeving. In andere, waarschijnlijk de meeste gevallen zal er echt sprake zijn van communicatie met de overledene die op het punt staat te reïncarneren. In weer andere gevallen is er mogelijk contact met een "wezen van Licht" dat verbanden en bedoelingen van de loop der dingen duidelijk maakt of uitlegt hoe het met een kind gesteld is vanwege ervaringen in vorige levens.
Sommige aankondigingservaringen laten ook zien dat een geest hoe dan ook bij een bepaalde moeder of in een bepaalde familie wil reïncarneren. Dit komt weer mooi overeen met tussenperiodeherinneringen (TPHs) van kinderen die vertellen dat een engel hen verschillende mensen liet zien waaruit ze mochten kiezen om bij wedergeboren te worden (Rivas, 2000). Volgens verscheidene schrijvers geeft dit ook aan dat abortus niet altijd de beste keuze hoeft te zijn, omdat een ziel werkelijk bij een bepaalde moeder of bepaalde ouders wedergeboren wil worden en niet bij iemand anders. In feite zou een abortus daarbij de keuze van een ziel doorkruisen, terwijl die keuze ook weer te maken kan hebben met oude banden uit vorige levens. Het lijkt mij echter ook weer erg sterk dat een geestelijk gezonde ziel een kandidaat-moeder echt zou willen "dwingen" tot het uitdragen van een voor haarzelf ongewenste zwangerschap. Hoe dan ook kan dit gegeven wel gebruikt worden om te benadrukken dat mensen echt serieus werk moeten maken van voorbehoedsmiddelen als ze (op dat moment) nu eenmaal geen kinderen willen. Bepaalde uitspraken van jonge kinderen die zich een vroegere incarnatie herinneren, lijken te wijzen op het doorwerken van oude persoonlijke relaties uit vorige levens. Zo zei een Nederlands meisje van vijf tegen een volwassen vriendin van haar dat ze deze een keer had opgevangen toen zijzelf haar moeder was in een vorig leven. Ook aankondigingsdromen kunnen wijzen op oude banden tussen zielen die een of meer levens terug gaan.
Heel algemeen geven PBEs voor mij weer eens aan dat een ziel of geest (anders dan sommigen ons willen doen geloven) echt een persoonlijke ziel is. Een kind is geen nieuw wezen, maar een reeds bestaande ziel die slechts aan een nieuw leven begint, in een nieuw lichaam. Er blijft zoals blijkt uit TPHs en aankondigingservaringen in de tussenperiode een vorm van subjectief bewustzijn bestaan. Ook na de geboorte pikt het kind duidelijk zijn eigen psychologische draad weer op en niet die van een andere ziel. Het gaat, zoals Elisabeth Hallett (1995) terecht benadrukt, om een eigen, persoonlijke evolutie waar niet alleen het huidige persoonlijke leven onderdeel van uitmaakt, maar ook de eigen vorige levens, de eigen tussenperiodes en de eigen toekomstige levens (Vergelijk: De Jong, 2001). We zijn geen "tijdelijke, onbelangrijke marionetten" van een bovenpersoonlijke ziel, die vooral geen al te hoge dunk moeten hebben als vluchtige ego's, maar we zijn die zielen zélf. Dat is geen onbelangrijk verschil in opvatting denk ik. Jammer genoeg worden dit soort kwesties nog wel eens vertroebeld doordat men het personalisme en het persoonlijk overleven na de dood ten onrechte opvat als egoïstische concepten (Rivas, 1996; 2000). Terwijl ze als weinig andere concepten zouden kunnen inspireren tot spirituele eigenwaarde en liefde voor anderen. Een liefde die helemaal in overeenstemming is met de geest van veel aankondigingservaringen.

Moeders en anderen die aankondigingservaringen hebben gehad kunnen contact met mij opnemen: titusrivas@hotmail.com

Dit artikel is in 2002 gepubliceerd in Prana, nummer 127, 63-68. Het is opgenomen in de bundel Uit het leven gegrepen: Beschouwingen over een leven na de dood, Delft: Koopman & Kraaijenbrink, 2003.