Het verleden van Shanti Devi
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 17 August, 2009)
Samenvatting
Vertaling door Titus Rivas van artikel van dr. Kirti Swaroop Rawat over de klassieke Indiase casus van reïncarnatie van het meisje Shanti Devi.
HET VERLEDEN VAN SHANTI DEVI (1)
door Kirti S. Rawat
Van al de talrijke gevallen van vermoedelijke wedergeboorte die van tijd tot tijd aan het licht zijn gekomen, zijn slechts enkele authentiek te noemen. Het geval van Shanti Devi is een van de beste gevallen op dit gebied. Tegenwoordig hoort men van allerlei reïncarnatie-gevallen, maar aan het begin van de jaren dertig werden berichten over een meisje dat geboren werd in een obscure uithoek van Delhi, dat beweerde dat ze zich een vorig leven kon herinneren, ontvangen als heel bijzonder nieuws. Aanvankelijk kenden alleen de mensen om haar heen dit meisje, maar langzamerhand bereikte het nieuws over haar heel India en uiteindelijk zelfs de hele wereld. Het was alleen maar te verwachten dat de wereld zich zou afvragen of het geval wel authentiek was.
Shanti Devi, geboren in 1926, bleef het voorwerp van speculatie gedurende haar hele leven. In 1985 ging iemand in een speciale uitgave van een gerenommeerd Engels tijdschrift over India, gewijd aan reïncarnatie, zelfs zo ver dat hij zich afvroeg of ze wel ooit bestaan had. Ik stond er versteld van dat iemand dusdanige twijfels kon koesteren zonder een fatsoenlijk onderzoek ingesteld te hebben. In februari 1986 bezocht ik Delhi om lan Stevenson te ontmoeten, de grote expert van het reïncarnatieonderzoek van de Universiteit van Virginia. Dr Stevenson had haar geval reeds onderzocht en daarom liet ik hem het bewuste artikel zien. Een paar dagen later ontmoette ik Shanti Devi en bracht ongeveer anderhalf uur met haar door. Later ondervroeg ik allerlei mensen in Delhi, Mathura en Jaipurand die betrokken waren geweest bij het geval, waaronder ook familieleden van Shanti Devi uit dit leven en uit haar vorige leven als Lugdi Bai. Ik bestudeerde tevens de boeken en artikelen die er in de loop der tijd waren verschenen over Shanti Devi, naast verschillende rapporten die er over haar waren opgesteld door vooraanstaande wetenschappers. Dit is haar verhaal, misschien wel het beroemdste reïncarnatiegeval dat we kennen.
Op 18 januari 1902, werd Chaturbhuj, een ingezetene van Mathura, gezegend met een dochter, die Lugdi werd genoemd. Reeds toen Lugdi tien jaar oud was geworden, werd ze uitgehuwelijkt aan Kedarnath Chaube, de eigenaar van een winkel in Mathura. Het was voor Kedarnath reeds de tweede keer dat hij in het huwelijk trad, aangezien zijn eerste vrouw was overleden. Kedarnath Chaube bezat een kledingzaak in Mathura en een dergelijke winkel in Hardwar. Lugdi was erg gelovig en ze had reeds op zeer jonge leeftijd bedevaartsoorden bezocht. Terwijl ze op pelgrimstocht was, raakte ze een keer gewond aan haar been en ze werd daarvoor behandeld, zowel in Mathura als in Agra.
Nadat Lugdi voor het eerst zwanger raakte, kwam haar kind doodgeboren ter wereld na een keizersnede. Naar aanleiding van haar tweede zwangerschap bracht haar bezorgde echtgenoot haar naar het staatsziekenhuis te Agra, waar ze op 25 september 1925 beviel van een zoon, wederom door middel van een keizersnede. Negen dagen later, op 4 oktober, ging de conditie van Lugdi echter zienderogen achteruit en ze overleed om tiert uur 's ochtends.
En jaar, tien maanden en zeven dagen na de dood van Lugdi, op 11 december 1926, werd Babu Rang Bahadur Mathur van Chirawala Mohulla, een klein dorpje bij Delhi, verblijd door de geboorte van een dochter, die ze Shanti Devi noemde. Tot haar vierde levensjaar gedroeg ze zich als ieder ander meisje met uitzondering van het feit dat ze nogal zwijgzaam was. Toen ze echter meer begon te praten, leek het alsof ze een ander meisje was geworden - ze had het over haar 'echtgenoot' en haar 'kinderen'.
Ze zei dat haar man in Mathura woonde waar hij een kledingzaak bezat en dat ze samen een zoon hadden gehad. Ze noemde zichzelf Chaubine (d.w.z. de echtgenote van Chaube). Haar ouders zagen het slechts als kinderlijke fantasie en besteedden er verder geen aandacht aan. Ze gingen zich echter zorgen maken toen zij er keer op keer over vertelde en in de loop der tijd een paar gebeurtenissen beschreef die te maken hadden met haar leven met haar man in Mathura. Soms zei ze tijdens het eten: 'In mijn huis in Mathura at ik verschillende soorten snoep.' Als haar moeder haar aankleedde, vertelde ze af en toe wat voor een soort jurken ze vroeger droeg. Ze noemde drie specifieke kenmerken van haar echtgenoot: hij had een lichte huidskleur, bezat een grote wrat op zijn linkerwang en droeg een leesbril. Ze zei ook dat de winkel van haar echtgenoot zich tegenover de zogeheten Dwarkadhish tempel bevond.
Tegen deze tijd was Shanti Devi zes jaar geworden en haar ouders waren verbaasd en bezorgd geraakt door haar uitspraken. Het meisje beschreef zelfs uitgebreid hoe ze was gestorven na de bevalling. Haar ouders raadpleegden hun huisarts die zich er over verbaasde dat een klein meisje zoveel details wist te vertellen over ingewikkelde chirurgische procedures.
Zo werd het mysterie steeds groter. Haar ouders namen vanaf dat moment de mogelijkheid serieus dat deze herinneringen echt uit een vorig leven stamden. Toen het meisje ouder werd, vroeg ze haar ouders nog steeds om haar naar Mathura te brengen. Tot ze acht of negen was, noemde ze echter nooit de naam van haar echtgenoot. Het is overigens heel gewoon in India dat vrouwen de naam van hun man niet uitspreken. Als iemand Shanti Devi er direct om vroeg, moest ze blozen en zei ze dat ze hem wel zou herkennen als ze erheen gebracht werd, maar dat ze zijn naam niet zou noemen. Op een goede dag, vertelde een ver familielid, Babu Bishanchand, een leraar aan de Ramjas High School Daryaganj te Delhi, Shanti Devi dat hij, als ze hem de naam van haar echtgenoot zou noemen, haar mee zou nemen naar Mathura. Door dit aanbod kwam ze er dan eindelijk toe om de bewuste naam in zijn oor te fluisteren, namelijk Pandit Kedarnath Chaube. Bishanchand vertelde haar vervolgens dat hij het uitstapje naar Mathura zou regelen na daar eerst wat navraag te hebben gedaan. Hij schreef een brief aan Pandit Kedarnath Chaube, waarin hij alle uitspraken van Shanti Devi uitvoerig beschreef, en hem verzocht om naar Delhi te komen. Kedarnath stuurde hem een brief terug, waarbij hij de meeste uitspraken van het meisje bevestigde en voorstelde om een van zijn familieleden, Pandit Kanjimal, die in Delhi woonde, toe te staan om haar te ontmoeten.
Men regelde dus een ontmoeting met Kanjimal, waarbij Shanti Devi hem herkende als de neef van haar man. Ze noemde een paar bijzonderheden aangaande haar huis in Mathura en beschreef de plek waar ze wat geld had begraven. Toen men haar vroeg of ze vanaf het station in Mathura zelf de weg naar haar huis kon vinden, zei ze dat ze dat wel kon als ze haar tenminste naar dat station zouden brengen. Kanjimal was zo onder de indruk van het verhaal dat hij naar Mathura ging om Kedarnath Chaube te overreden Delhi te bezoeken. Kedarnath reisde naar Delhi op 12 november 1935 samen met de zoon van Lugdi Navneet Lal en zijn huidige vrouw. Ze bezochten Rang Bahadurs huis de volgende dag. Om Shanti Devi te misleiden stelde Kanjimal Kedarnath voor als diens oudere broer. Shanti Devi werd rood en bleef aan de zijkant staan. Iemand vroeg haar waarom ze moest blozen in het bijzijn van de oudere broer van haar echtgenoot. Shanti zei met een vaste, lage stem: 'Nee, hij is de oudere broer van mijn man niet. Hij is mijn man zelf.' Vervolgens richtte ze zich tot haar moeder: 'Zei ik je niet dat hij een lichte huidskleur heeft en dat hij een wrat op zijn linkerwang heeft, vlak bij zijn oor?'
Daarop vroeg ze haar moeder om eten klaar te maken voor de gasten. Toen haar moeder vroeg wat ze moest klaarmaken, zei ze dat hij dol was op gevulde aardappelpannekoeken en pompoenmoes. Kedarnath was stomverbaasd, omdat dit echt zijn favoriete gerechten waren. Vervolgens vroeg Kedarnath haar of ze hem ook iets heel bijzonders kon vertellen om aan te tonen dat ze haar volledig konden geloven. Shanti antwoordde: 'Ja, er is een put op het erf van ons huis, waarin ik vroeger baadde.'
Shanti was sterk ontroerd toen ze Navneet zag, de zoon uit haar vorige leven. Terwijl ze hem omhelsde, kreeg ze tranen in haar ogen. Ze verzocht haar moeder om al haar speelgoed te halen en aan Navneet te geven. Maar ze was te opgewonden om op haar moeder te wachten en rende zelf weg om het speelgoed te gaan halen. Kedarnath vroeg haar hoe ze Navneet had herkend als haar zoon, aangezien ze hem slechts een keer als baby had gezien alvorens ze overleed. Shanti legde hem uit dat haar zoon bij haar ziel hoorde en dat de ziel gemakkelijk in staat is om zo'n feit te onderkennen.
Na het avondeten, vroeg Shanti Kedarnath, 'Waarom ben je met haar getrouwd?' doelende op zijn huidige vrouw. 'Hadden we soms niet afgesproken dat je niet zou hertrouwen?'
Kedarnath wist daar geen antwoord op te geven.
Tijdens zijn verblijf in Delhi, merkte Kedarnath allerlei overeenkomsten op tussen het gedrag van Shanti Devi en dat van Lugdi. Voor hij zich terugtrok om te gaan slapen, vroeg hij toestemming om alleen met haar te praten en naderhand verklaarde hij dat hij volledig overtuigd was dat Shanti Devi zijn vrouw Lugdi Bai was, omdat er allerlei dingen waren geweest die ze had gezegd die enkel en alleen Lugdi kon hebben geweten. Shanti Devi raakte overstuur voordat Kedarnath terugkeerde naar Mathura op 15 november. Ze smeekte hem om haar mee te nemen naar Mathura maar haar ouders gingen daar niet mee akkoord.
Haar verhaal deed de ronde door de media in het hele land en veel intellectuelen raakten erin genteresseerd. Toen Mahatma Gandhi erover hoorde, belde hij Shanti Devi op, praatte met haar en verzocht haar vervolgens om te komen logeren op zijn ashram. (Toen ik Shanti Devi interviewde in 1986, herinnerde zij zich deze gebeurtenis nog.)
Gandhi stelde een commissie samen van vijftien vooraanstaande mensen, waaronder parlementarirs, nationale leiders, en mensen uit de media, om het geval te onderzoeken. De commissie haalde haar ouders over om haar toe te staan met hun mee te gaan naar Mathura. Ze vertrokken met de trein met Shanti Devi op 24 november 1935. Het rapport van de commissie beschrijft enkele gebeurtenissen die er op die dag plaatsvonden:
Terwijl de trein Muttra (2) [sic] naderde, werd ze overspoeld door vreugde en merkte op dat tegen de tijd dat ze Muttra [sic] zouden bereiken de deuren van de tempel van Dwarkadhish gesloten zouden zijn. Haar exacte woorden waren: 'Mandir ke pat band ho jayenge', en zijn erg typerend voor Muttra [sic].
Het eerste incident waarbij ze onze aandacht trok terwijl we aankwamen in Muttra [sic) vond plaats op het perron. Het meisje werd vastgehouden door de armen van L. Deshbandhu. Ze had nog maar nauwelijks vijftien stappen gelopen toen een oudere man, die een typisch Muttra [sic] gewaad droeg, die ze nooit eerder had ontmoet, voor haar ging staan, temidden van een kleine menigte, en even bleef wachten. Men vroeg haar of ze hem kon herkennen. Ze reageerde zo snel op zijn aanwezigheid dat ze meteen van de schoot van Mr. Gupta sprong en de voeten van de vreemdeling met diepe eerbied aanraakte en vervolgens aan de kant ging staan. Toen men haar vroeg waarom, fluisterde ze in L. Deshbandu's oor dat die persoon haar 'Jeth' (de oudere broer van haar man) was. Dit alles gebeurde zo spontaan en natuurlijk dat iedereen stomverbaasd was. De man in kwestie was Babu Ram Chaube, die inderdaad werkelijk de oudere broer van Kedarnath Chaube was.
De leden van de commissie zetten haar in een tonga (3) gaven de bestuurder ervan de opdracht haar aanwijzingen te volgen. Onderweg vertelde ze welke dingen er veranderd waren sinds haar dood, hetgeen allemaal juist was.
Ze herkende ook enkele belangrijke punten die ze van tevoren had vermeld zonder er ooit geweest te zijn in dit leven.
Terwijl ze haar huis naderden, sprong ze uit de tonga en merkte een bejaarde persoon op die zich in de menigte bevond. Ze boog onmiddellijk voor hem en vertelde anderen dat hij haar schoonvader was, en dat was inderdaad zo. Toen ze aan de voorkant van haar huis waren aangekomen, ging ze zonder aarzeling naar binnen en ze kon haar slaapkamer aanwijzen. Ze herkende bovendien allerlei bezittingen. Men stelde haar op de proef door haar te vragen waar de 'jajroo' (WC) was en ze vertelde waar die was. Men vroeg haar wat 'katora' betekende. Ze zei dat dit paratha betekende (een soort pannekoek). Deze twee woorden worden alleen door de familie Chaube uit Mathura gebruikt en niemand van buiten die familie zou ze normaliter kennen.
Shanti wilde vervolgens naar haar andere huis gebracht worden, waar ze enkele jaren lang samen met Kedarnath gewoond had.
Ze wees de chauffeur zonder enige moeilijkheid de weg. En van de leden van de commissie, Pandit Neki Ram Sharma, vroeg haar iets over de put die ze in Delhi had genoemd. Ze rende een bepaalde richting uit, maar omdat ze daar geen put kon vinden, raakte ze in de war. Ze hield zelfs toen nog met enige overtuiging vol dat er op die plek een put was geweest. Kedarnath verwijderde een steen van de plek in kwestie en ze vonden inderdaad een put. Wat betreft het geld dat ze had begraven, nam Shanti Devi hen mee naar de tweede verdieping en liet hen een plaats zien waar ze wel een bloempot vonden, maar geen geld. Het meisje bleef echter volhouden, dat het geld daar was verstopt. Kedarnath gaf later toe dat hij het geld had opgegraven na Lugdi's dood.
Toen ze naar het huis van haar ouders was gebracht, waar ze eerst haar tante voor haar moeder aanzag, maar al snel zelf haar vergissing rechtzette, ging ze bij haar moeder op schoot zitten. Ze herkende haar vader ook. Moeder en dochter huilden allebei openlijk toen ze elkaar ontmoetten. Het was een schouwspel dat iedereen ontroerde.
Shanti Devi werd toen nog naar de Dwarkadhish tempel gebracht en ook naar andere plaatsen waar ze van tevoren over had gepraat en bijna al haar uitspraken werden geverifieerd en correct bevonden.
De publicatie van het rapport van de commissie trok wereldwijd veel aandacht. Allerlei geleerde persoonlijkheden, waaronder heiligen (4), parapsychologen, en filosofen bestudeerden het geval, waarbij sommigen de waarde van het geval bevestigden en anderen het geval alleen bekritiseerden en probeerden aan te tonen dat het om bedrog ging.
Een vooraanstaande schrijver uit die tijd, Saint Nihal Singh, liet weten dat hij het persoonlijk wou onderzoeken, en Shanti Devi werd opnieuw naar Mathura gebracht, dit keer zonder dat er publiciteit aan werd besteed. Het gezelschap bereikte Mathura op 2 april 1936. Ze werd naar een kleine tuin gebracht waar ze het van tevoren over had gehad, maar die tijdens de eerste tocht niet bezocht was. De meeste uitspraken van Shanti Devi bleken correct te zijn, hoewel er wel een paar foutjes waren. Shanti Devi wilde graag haar huis in Mathura bezoeken. Naderhand werd ze naar Vrindaban gebracht, een religieuze plaats in de buurt ervan, alwaar ze vol zelfvertrouwen verschillende plaatsen identificeerde en bepaalde details noemde die volledig juist waren, met maar een paar uitzonderingen. Ze zei bijvoorbeeld dat de vloer bestond uit rode en witte tegels, terwijl het in werkelijkheid ging om zwarte en witte tegels.
Men probeerde haar in verwarring te brengen, maar daar trapte ze niet in. Toen ze er een bepaalde tempel herkende, zei iemand dat het die tempel niet was; ze raakte daardoor eventjes in de war en begon te twijfelen, maar toen ze er even later dichterbij kwamen, bleef ze toch bij haar oordeel, dat dus correct was geweest.
Op 16 februari 1936 ontmoette ene Mr. B.C. Nahata, een rationalist en iemand die tot de harde kern van 'ongelovigen' behoorde als het om reïncarnatie ging, Shanti Devi en schreef een boekje waarin hij zijn twijfels formuleerde en het geval verwierp. Op 13 april 1936 werd ze hypnotisch teruggevoerd door prof. Jagdish Mitra in het bijzijn van enkele andere prominente personen. Door de hypnose, kwamen er bepaalde gebeurtenissen tussen de dood van Lugdi en de geboorte van Shanti Devi aan het licht, en deze kunnen worden gelezen in een rapport van de hypnotische sessie opgesteld door dr. Begg. Dit rapport bevat een paar interessante gegevens, zoals over de manier waarop Lugdi naar God wordt gebracht en hoe ze teruggebracht wordt als Shanti Devi.
Ik ontmoette Shanti Devi voor het eerst in februari 1986 en daarna nog in december 1987, en ondervroeg haar uitvoerig over de herinneringen aan haar vorige leven en over haar herinneringen in Mathura. Ik interviewde bovendien haar jongere broer, Viresh Narain Mathur, die haar tijdens haar eerste bezoek aan Mathura had begeleid. Vervolgens ging ik zelf naar Mathura en vroeg verschillende van haar familieleden om het eerste bezoek van Shanti Devi, toen ze negen was, te beschrijven. Ik interviewde tevens een goede vriend van Kedarnath die me bepaalde expliciete details verstrekte over de manier waarop Kedarnath ervan overtuigd raakte dat Shanti in haar vorige leven echt zijn vrouw was geweest.
Mijn laatste gesprek met Shanti Devi vond plaats op 27 december 1987, vier dagen voor haar dood, waarna ze voor altijd een legende zal blijven in de annalen van gevallen van vermoedelijke wedergeboorte.
Toch is het denkbaar, zoals dit ook voor alle andere mogelijke reïncarnatiegevallen geldt, dat ook het geval van Shanti Devi niet helemaal bewijskrachtig is. Het is belangrijk dat mensen die zulke voorvallen bestuderen helemaal ingewijd zijn in de wetenschappelijke onderzoeksmethoden. Gelukkig was er ene dr. Indra Sen bij het geval betrokken die je als zo iemand zou kunnen beschouwen. In zijn lezing voor de Indian Philosophical Congress van 1938 vermeldde hij echter dat hij het meisje niet voortdurend kon observeren en daarom afhankelijk was van anderen voor zijn informatie. Voorts had het geval Shanti Devi vanaf het eerste begin zo veel publiciteit gekregen dat het moeilijk was om vast te stellen welke uitspraken door haar zelf waren gedaan en welke uitspraken gebaseerd waren op informatie die mogelijk rechtstreeks of indirect door derden was verstrekt. Tot slot zijn er, zoals reeds vermeld, een paar fouten in haar uitspraken geconstateerd.
Tegelijkertijd moeten we echter in gedachten houden dat Shanti nooit in Mathura was geweest voor ze erheen werd gebracht door de commissie. Nadat ze er was aangekomen, herkende ze uit zichzelf een groot aantal verwanten uit haar vorige leven, iets wat we niet zo maar over het hoofd mogen zien.
Sommige herinneringen kwamen weer bij haar boven toen ze de vertrouwde plaatsen uit haar vorig leven bezocht. Zo vertelde Lugdi's broer me, tijdens mijn bezoek aan Mathura, dat Shanti Devi nadat ze er enkele vrouwen had gezien, zich haar oude vriend(inn)en herinnerde en naar hen informeerde. Zo vertelde Lugdi's zus me dat Shanti Devi een aantal vrouwen er op wees dat Lugdi hen wat geld had geleend, hetgeen ze inderdaad toegaven. Shanti's emotionele reacties als ze familieleden ontmoette uit haar vorige leven waren veelbetekenend. De manier waarop ze in tranen uitbarstte toen ze de ouders uit haar vorig leven ontmoette, wist alle aanwezigen te ontroeren. De commissie vermeldde in haar rapport dat het een zegen was dat vorige levens over het algemeen vergeten worden. Ze vonden dat ze een grote verantwoordelijkheid op zich hadden genomen door Shanti Devi naar Mathura te brengen, en ze moesten haar met geweld van de ouders uit haar vorige leven scheiden.
Tijdens mijn onderzoekingen, verhaalde een vriend van Kedarnath, de tweenzeventigjarige Pandit Ram Chaube, me over een belangrijke gebeurtenis, die ik kon staven met andere bronnen. Toen Kedarnath in Delhi was om Shanti Devi te ontmoeten, logeerde hij een nachtje bij Pandit Ramnath Chaube thuis. ledereen was al gaan slapen, en alleen Kedarnath, zijn echtgenote, zijn zoon Navneet, en Shanti bevonden zich in de kamer; Navneet sliep als een roos. Kedarnath vroeg Shanti hoe ze zwanger was geworden terwijl ze aan artritis leed en niet kon opstaan. Ze beschreef het hele verloop van de geslachtsgemeenschap met hem, waardoor Kedarnath er niet langer aan twijfelde dat Shanti zijn vrouw Lugdi was in haar vorige leven. .
Toen ik dit incident beschreef aan Shanti Devi tijdens mijn interview met haar, zei ze: 'Ja, dat is het punt dat hem volledig overtuigde.'
Het geval Shanti Devi is ook belangrijk vanwege het feit dat het n van de grondigst onderzochte gevallen is, dat bestudeerd werd door honderden onderzoekers, critici, wetenschappers, heiligen, en vooraanstaande personalties uit alle delen van India en het buitenland vanaf de tweede helft van de jaren dertig tot 1987. .
Een criticus, Sture Lnnerstrand kwam helemaal uit Zweden naar India toen hij van dit geval had vernomen om het te ontmaskeren als bedrog. Hij verwachtte echt dat het om bedrog ging, maar na zijn onderzoek schreef hij: 'Dit is het enige volledig verklaarde en bewezen geval van reïncarnatie dat er ooit geweest is.'
Hoewel ik het niet helemaal eens ben met Lnnerstrand, wil ik mijn verhaal over Shanti Devi afsluiten met de woorden van dr. lan Stevenson, de belangrijke autoriteit op het gebied van reïncarnatie, waar hjj zegt: 'Ook ik heb Shanti Devi genterviewd, haar vader, en andere belangrijke getuigen, waaronder ook Kedarnath, de echtgenoot die ze in haar vorige leven zou hebben gehad. Mijn onderzoek wijst uit dat ze tenminste vierentwintig uitspraken deed over haar herinneringen die overeenkwamen met de geverifieerde feiten.'
Als dit al geen bewijs vormt, dan wijst het toch zeker sterk op reïncarnatie.
Noten
1. Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Venture Inward van de Association for Research and Enlightenment van maart/april 1997, blz. 18-21.
2. Een variant van de naam van stad Mathura.
3. Een wagen getrokken door twee paarden, gebruikt voor korte afstanden.
4. Rawat schrijft 'saint', d.w.z. iemand die volgens het hindoesme een heilig en voorbeeldig leven leidt (vert.).
Dr. Kithri Saroop Rawat is afkomstig uit Rajastan, India. Hij heeft zich als sociaal-wetenschapper gespecialiseerd op onderzoek van reïncarnatiegevallen. Hij werkte samen met lan Stevenson en hij is oprichter van de Rencamation Research Foundation, Indore, India.
Dit artikel werd gepubliceerd in Prana, nummer 106, 43/50, 1998.
Vertaling: drs. Titus Rivas
Contacteer de auteur in het Engels: Dr. Kirti Swaroop Rawat