Titel

De bijna-doodervaring van Annette Panhuis

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 4 May, 2011)

Samenvatting

Bijna-doodervaring van mevrouw Annette Panhuis, zoals beschreven voor Titus Rivas.


Tekst

 
De bijna-doodervaring van Annette Panhuis

door Titus Rivas

Mevrouw Annette Panhuis, 46 jaar oud, stuurde mij op 1 november 2008 een verslag van een recente ervaring die ze slechts enkele weken daarvoor had beleefd. Hieronder volgen de meest relevante passages:

“Leeuwarden 4 oktober 2008. In Leeuwarden was deze avond een optreden van de Belgische band Cannon Ball plays Supertramp in Zalen Schaaf te Leeuwarden. Willem, mijn kameraad, steun en toeverlaat en ik hadden kaarten en zagen ernaar uit. Tenslotte, was Supertramp niet één van de betere bands in de 70s?
De zaal was lang niet vol, er waren maar een man of 150 gekomen, maar de sfeer was goed. De band speelde of hun leven ervan af hing, een waardige cover voor zo’n legendarische band. Ik voelde me fantastisch, eindelijk weer eens een avondje uit, en dan naar zo’n optreden... na een half jaar zo vol stress dat ik er zelf zo nu en dan geen licht meer in zag was dit een heerlijke mijlpaal op de weg terug naar een goed leven. Frans, de eigenaar van Schaaf en een oude vriend was blij dat hij me weer zag:‘Wat zie jij er fantastisch uit!’ Peter en Marjolein waren er ook samen. Die had ik ook al een poosje niet meer gezien. Een heerlijke avond dus.
Na de pauze ging het genieten gewoon door. Ineens werd ik duizelig, ik zocht steun bij Willem en vertelde dat ik wat dizzy was.

Uittreding
Dat is het laatste wat ik mij herinner tot ik weer wakker werd op een brancard [ze bedoelt: ze kwam weer bij bewustzijn terwijl ze op een brancard lag], meer dan een half uur later. Ik bevond me in een helder licht, zo wit dat het er blauwig over was. Het licht was zo helder dat ik het normaal nooit aan mijn ogen had kunnen verdragen, maar ja, dit was dan ook geen ‘normale’ situatie.
Ik keek op mezelf neer en zag het ambulancepersoneel druk in de weer met mij. Er werden elektroden op mijn lichaam geplakt, en er was iemand met een infuus bezig.
De monitor werkte niet, er moest een andere komen. Mijn bloeddruk werd opgenomen. Ik zag dat Willem schrok toen één van de broeders hem wat vertelde. Peter en Marjolein stonden bij elkaar zagen er ook geschrokken uit.
Er werd met een naald in mijn arm gestoken, en die naald werd heen en weer bewogen. Dat moet afgrijselijk zeer gedaan hebben, maar ik voelde niets. Ik keek naar mezelf en de anderen en had een gevoel van: ’Het is goed zo.’ Ik voelde me zo kalm, gelukkig, het was gewoon in orde. Een gevoel van puur en intens geluk, geen zorgen, geen pijn. Ik besefte wel dat ik dood ging, maar ook dat stoorde me niet.
Ik genoot van de warmte en liefde van het licht waarin ik me bevond, een gevoel dat je nooit meer zou willen opgeven.
Ineens stond de man van wie ik houd naast me, zo dicht alsof ik hem kon beroeren. Hij zag me niet, ik heb geprobeerd zijn wang te strelen, als een soort van afscheid.
Ineens had ik het gevoel dat ik terug moest. Ik heb me losgescheurd uit die heerlijke gelukzalige toestand en heb me van het licht afgekeerd, ik kwam weer terug in mijn lichaam. Toen hoorde ik een broeder zeggen: 'Ze komt terug!’
Nog helemaal onder de indruk van wat ik had meegemaakt opende ik mijn ogen en langzaam, als door een mist, zag ik Willem, Peter, Marjolein naast de brancard staan. Nee, mijn geliefde was er niet. Hij kón er ook niet zijn, want hij was op dat moment in het buitenland. En toch... tóch was hij bij mij, of ik bij hem. Ik vraag me af of hij die streling gevoeld heeft...
In ieder geval, na enkele zakjes zoutoplossing in het infuus hoorde ik wat er nu precies allemaal was gebeurd.
Ik had tegen Willem gezegd dat ik duizelig was, en toen zakte ik in elkaar. Willem kon me nog opvangen. Peter zag wat er gebeurde en kwam er snel aan, samen hebben ze mij op een tafel aan de kant van de zaal gelegd. Mijn bewusteloosheid duurde te lang, dus hebben ze 1-1-2 gebeld, de ambulance was vrij snel ter plekke. Na ruim een half uur kwam ik weer terug in dit leven.

Verandering
Sinds deze ervaring is mijn leven drastisch veranderd. Wat vroeger belangrijk leek blijkt totaal onbelangrijk te zijn. Alles wat er is gebeurd in mijn leven, alles wat goed ging, alles wat fout ging, mensen die me gekwetst hebben; ze zijn vergeven, alle pijn van de afgelopen tijd, het doet er niet meer toe.
Sommige ‘dingen’ die belangrijk waren zijn nu oneindig veel belangrijker geworden. Mijn ouders. Mijn moeder in het verzorgingshuis, mijn vader alleen thuis. Zij rekenen op mij, ik ben hun steun en toeverlaat. Ik hou van ze en ik weet dat ze het niet zouden kunnen verwerken als ik er niet meer zou zijn.
De man wiens wang ik probeerde te strelen. Had ik hem zo kunnen kwetsen door hem definitief te verlaten? Hij zal het nooit toegeven, maar ik weet dat hij kapot was gegaan, en hij heeft al zoveel geleden. Ik zou zijn hart zo gebroken hebben als al eerder door een ander is gedaan. Nee, dat zou ik nooit kunnen. Hij is heel belangrijk voor mij, en ik ook voor hem, al heeft hij moeite dat toe te geven. Wij zijn door een onzichtbare band verbonden, ik denk niet dat we ooit los komen van elkaar, ook al proberen we het nog zo. Zijn bestaan maakt het leven de moeite waard, de moeite waard terug te komen, het licht te verlaten.
Mijn vrienden als Willem en Peter zijn belangrijk, de mensen die me hebben bijgestaan in zware tijden zoveel ze konden, en zoveel ik ze dat toestond. ‘Toevallig’ dat zij bij me waren toen dit gebeurde...
Dan nog de bezigheden om het leven van anderen wat makkelijker te maken. Hulp bieden aan mensen die dat nodig hebben, direct en indirect.
Zoals arbeidsomstandigheden van werknemers, bedrijfsveiligheid, persoonlijke veiligheid bevorderen. Hulp bieden aan de voedselbanken, een schandalig nodige voorziening. De organisatie van een benefietconcert voor de voedselbank Heerenveen, Skarsterlân, mogelijk andere buurgemeenten van Heerenveen.
En dan nog een belangrijk punt, ofschoon bij lange na niet zo belangrijk als de eerdere punten: de schoorsteen moet roken. Ik moet voldoende inkomen hebben om fatsoenlijk te kunnen leven, met misschien wat extra’s voor de leuke dingen van het leven.
Dat zijn de punten waarom mijn leven nu draait, de ervaring die ik heb mogen meemaken heeft mij veranderd. Ik heb de relativiteit van het leven ervaren, en enkele waarheden moeten erkennen.
Want wat ís nu eigenlijk belangrijk?
Liefde, de liefde tussen ouders en kind, de liefde die ik mijn vrienden toedraag en zeker niet op de laatste plaats de liefde die ik voel voor die ene man. En de liefde die hij mij zijns ondanks geeft.
De mogelijkheden die ik heb om anderen te helpen, met raad en daad. Heb ik mijn talenten dan niet gekregen om ze in dienst te stellen van het beter maken van het leven van anderen?
Te zijner tijd zal ik weer terugkeren naar dat licht, naar die heerlijke, zorgeloze intens gelukzalige toestand waar ik deze avond kennis mee gemaakt heb. En ik koester de hoop de mensen die zo ongelooflijk belangrijk voor me zijn daar weer te vinden als zij ook zover zijn. Tot dan ben ik blij terug te zijn gekomen, om te genieten van het moois dat het leven hier me kan bieden, mijn ouders, mijn geliefde, mijn vrienden.”

Commentaar
De waarneming door Annette Panhuis van iemand die zich niet fysiek in de kamer bevond zal door skeptici natuurlijk worden opgevat als aanwijzing dat haar hele BDE op hallucinaties berust.
Het ligt echter meer voor de hand dat er tijdens de uittreding een vermenging plaats heeft gevonden van een soort droombeelden uit het onbewuste met echte 'paranormale' waarnemingen in uitgetreden toestand. Nog een mogelijkheid is natuurlijk dat de persoon in kwestie zich geestelijk in zekere zin wel degelijk in de kamer bevond, door zijn emotionele verbondenheid met Annette, of dat er telepathisch contact was.

Dit artikel werd gepubliceerd in Terugkeer, 20(3), herfst 2009, blz. 16-17.

Contact: titusrivas@hotmail.com