Titel

In een ander leven, in een ander land

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 28 October, 2008)

Samenvatting

Jonge kinderen met uitspraken over reïncarnatie hebben het vaak over een vorig leven in hetzelfde gebied als waar ze nu wonen. Maar er zijn kinderen die over een vroegere incarnatie in een ander land beginnen.


Tekst


In een ander leven, in een ander land

door Titus Rivas en Anny Dirven

Jonge kinderen met uitspraken over reïncarnatie hebben het vaak over een vorig leven in hetzelfde gebied als waar ze nu wonen. Soms gaat het zelfs om een en dezelfde familie. Maar er zijn kinderen die over een vroegere incarnatie in een ander land beginnen. Ook in Nederland kun je die aantreffen.

Gevallen van Ian Stevenson
Reïncarnatieonderzoeker dr. Ian Stevenson constateerde dat spontane herinneringen aan vorige levens vaak gelocaliseerd zijn in dezelfde streek als waarin het kind tegenwoordig leeft.
Dit gegeven dat kinderen zich een vorig leven herinneren in een gebied dicht bij de huidige woonplaats, wordt wel de 'geografische factor' genoemd. Het zou kunnen dat wedergeboren worden in dezelfde regio het gemakkelijker maakt om je iets te herinneren van vroeger. Dat effect kennen we allemaal bij herinneringen aan onze huidige kindertijd. De omgeving kan associaties oproepen met gebeurtenissen uit het verleden. Bijvoorbeeld als we teruggaan naar plekken uit onze jeugd.
Een andere verklaring voor de geografische factor luidt dat mensen vaak zelf meebeslissen over de streek waarin ze reïncarneren. In veel gevallen zou dat dezelfde omgeving kunnen zijn.
Toch zijn er ook gevallen waarvoor dit niet opgaat. Stevenson beschrijft bijvoorbeeld een jongen uit Hongarije, Gedeon, die rond zijn vierde van alles vertelde over een leven in Afrika. Gedeon beschreef hoe hij een keer op jacht ging en aangevallen werd door een tijger. Hij tekende een ronde hut met een vrouw met blote, hangende borsten erbij en legde uit dat ze in zijn land allemaal in zulke hutten leefden. Er was een rivier waar ze op voeren in uitgeholde boomstammen en er waren bomen en vruchten die niet in Hongarije voorkomen. Gedeon vertoonde een bijzonder talent voor roeien en klimmen en zei dat hij vaak in zelfgemaakte boten voer en in erg hoge bomen klom om uit te kijken naar prooidieren. Later in dit leven bleek hij ook nog veel talent te hebben voor drummen. Stevenson vindt de verhalen te realistisch om ze toe te schrijven aan kinderlijke verbeelding.

In verband met oorlogen bestaan er veel kindergevallen over een leven als lid van een ander volk. De Engelse jongen Carl Edon beweerde bijvoorbeeld dat hij een Duitse piloot was geweest die boven Engeland was neergestort. Hij wist dingen over het Duitse leger die je niet van een Engelse jongen van zijn leeftijd mag verwachten. In Myanmar (het voormalige Burma) heeft Ian Stevenson veel kinderen gevonden met paranormale herinneringen aan een leven als Japanse soldaat. En de Indiase jongen Bajrang Bahadur Saxena herinnerde zich een leven als een blanke militair met de naam Arthur. De jongen beweerde dat hij was gesneuveld in de Eerste Wereldoorlog. Bajrang had 'Britse' trekjes. Hij at liever brood dan rijst en vond het te warm in India. Ook droeg hij bij voorkeur overhemden, korte broeken en schoenen in plaats van traditionele Indiase kleding.

Nederlandse gevallen
Eén van de bekendste Nederlandse reïncarnatiegevallen, dat van Kees (pseudoniem), gaat ook al over een frontsoldaat. Kees vertelde zijn moeder dat hij vroeger Armand had geheten en hij sprak die naam op zijn Frans uit. Hij beweerde doodgeschoten te zijn terwijl hij zelf ook een geweer vasthield. Zijn vrienden waren al eerder gedood door de vijand.
C., een meisje uit Gelderland, herinnerde zich als kleuter een leven als zeeman die 'arme mensen' moest ophalen. Ze werden ingescheept in een plaats die zij La Karoenja of Garoenja noemde en werden vervolgens naar een eiland met palmbomen gebracht. Ze beschreef daarbij enkele gebruiken aan boord. Dit alles maakt het mogelijk om haar uitspraken in verband te brengen met de historische emigratie van arme Spanjaarden uit La Coruña naar Cuba. Net als Gedeon toonde C. een buitengewone aanleg om te klimmen, hetgeen ze zelf in verband bracht met het klimmen in de mast van haar schip.
Er zijn Nederlandse kinderen die zich een leven buiten Europa herinneren. Myriam R. wist bijvoorbeeld nog dat ze in een woestijn met cactussen had geleefd. Er was overal geel zand. Ze had een getinte huidskleur en woonde in een houten huis met een veranda. Ze had veel broertjes en zusjes waar ze op moest passen. Toen ze een keer water ging halen in een put, werd ze overvallen door een zandstorm en daarbij liet ze het leven. Deze herinneringen komen overeen met de leefomstandigheden in New Mexico.
Een ander voorbeeld zien we bij de jongen Y.K. Al op heel jonge leeftijd had Y.K. het over een leven 'in de sneeuw'. Hij vertelde dat hij spleetogen had en dat hij schoenen die leken op een soort zakjes, gemaakt van dieren. Soms moest hij een soort tennisracket onder zijn schoenen doen om in de sneeuw te kunnen lopen. Hij had het ook over 'dikkig eten', een soort pap. Kleren maakten ze zelf van dierenhuiden.
Later, na zijn derde, kwamen er nog uitspraken over een ander leven bij. Bijvoorbeeld dat hij woonde in een huis gemaakt van grote brokken steen, dichtgesmeerd met paardenpoep. Hij zei: "Het huis was ook niet echt een huis, omdat het geen kamers had; eigenlijk was het één kamer met alles erin". Het verhaal van Y.K. deed vermoeden dat het huis zich in de buurt een woud of bos bevond. Y.K. is overigens niet het enige kind met herinneringen aan meerdere vorige levens, maar het verschijnsel is betrekkelijk zeldzaam.
We raadpleegden antropologe Antonia Mills over deze uitspraken en zijverklaarde: “Het eerste verhaal klinkt alsof het een Inuït-verhaal is, wat ze vroeger Eskimo noemden.” Het andere leven kan zich in Azië hebben afgespeeld.
Jolanda Klaassen uit Velp wist als kind al dat ze een bijzondere band had met Suriname. Ze vertelde ons: "Ik denk dat ik net vier was toen ik het 'plots wist'. Of ik het gedroomd heb, gehoord of gevoeld, het is me niet helder. Voor alle duidelijkheid; ik kende toen geen enkele Surinamer en had er bij mijn weten in dit leven nog nooit van gehoord. In elk geval niet bewust.“ Ze had hier ook beelden bij van een erf. “Het lijkt verdraaid veel op een erf in het binnenland van Suriname. En ik zag vaak rode aarde.” Opvallend is verder o.a. dat Jolanda met het grootste gemak het Sranan Tongoe leerde. Zo goed zelfs dat Surinamers dachten dat ze een blanke Surinaamse was. “Mijn taalvaardigheid wat betreft het Sranang Tongoe is voor een ieder opmerkelijk. Zelfs voor de buschauffeurs, taxichauffeurs, winkelbedienden, etc. Het feit dat ik het zo vrij en vrijwel zonder accent spreek is volgens velen uitzonderlijk. Dat hoor ik overal.”
Carlijn, een Nederlands meisje geboren in 1989, vertelde dat ze in haar vorig leven Surea of Suraya heette. Ze had een donkere huid en lang donker haar. Ze zei onder andere: “Ik mocht toen ik vier jaar werd op een pony rijden. Het was 8 juli toen ik vier werd en in de winter ging ik dood.
Ik moest alleen naar school lopen en zag iemand in het zand graven. Ik klom in het gat en toen kwam er een heleboel zand op mij en kon er niet meer uit. Soms kon ik met mijn handen er nog uit, maar ineens hoorde ik niets meer en toen werd het helemaal zwart. En toen kwam ik bij jullie!"
Ook vertelde Carlijn dat ze 's avonds geen centrale verwarming hadden, maar zelf vuur maakten van houtblokken. Ze deden dat "vuurtje stoken" buiten, maar soms ook binnen. Carlijn vroeg zich af hoe je een schoorsteen moet maken, want 'anders wordt het zo warm binnen'. Ook had ze het over brood dat ongesneden was. Haar toenmalige moeder sneed dit brood zelf met een mes.
Voor zover haar moeder zich dit herinnert, zei Carlijn dat de mensen donker haar en een donkere huidskleur hadden.

Grenzenloos
Het zou te gemakkelijk zijn om uitgerekend deze casussen als fantasie af te willen doen. Bovendien blijken sommige kleuters dingen te weten over andere landen zonder dat ze daar iets over gehoord hadden in dit leven. Laten we dan ook uitgaan van reïncarnatie als meest aannemelijke hypothese voor dit soort gevallen. Dan geven deze herinneringen aan dat we ook als zielen heel 'mobiel' kunnen zijn. We zijn niet voorgoed exclusief gebonden aan een bepaalde streek of etnische groep. Anders gezegd: als ziel of geest zijn we niet gehouden aan de grenzen tussen landen. Kreten als “eigen volk eerst” blijken dus ook in spirituele zin misplaatst te zijn.


Dit artikel werd gepubliceerd in ParaVisie, september 2008.