Reïncarnatieonderzoeker dr. K.S. Rawat in Nederland
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 9 March, 2008)
Samenvatting
Artikel van Titus Rivas naar aanleiding van een werkbezoek van de Indiase reïncarnatieonderzoeker dr. Kirti Swaroop Rawat uit 1998 aan Nederland.
Reïncarnatieonderzoeker dr. K.S. Rawat in Nederland
door drs. Titus Rivas
Inleiding
Wanneer dit artikel verschijnt zal hij hoogstwaarschijnlijk weer zijn teruggekeerd naar India. Niet de een of andere goeroe, maar een parapsycholoog, Dr K. S. Rawat uit Faridabad,directeur van de Reincarnation Research Foundation. Nu ik dit schrijf, moet het allemaal nog gebeuren. Dr. Rawat heeft afgesproken in ieder geval op 25 februari in Nijmegen te arriveren en bij mij thuis te blijven logeren tot medio maart. Wat daar nou zo bijzonder aan is? Dr. Rawat is één van de belangrijkste Indiase parapsychologen van dit moment die zich gebogen hebben over het vraagstuk van reïncarnatie of wedergeboorte. Net als de bekende Amerikaanse parapsycholoog lan Stevenson concentreert hij zich daarbij op gevallen bij jonge kinderen. Kinderen die spontaan over een vorig leven beginnen te vertellen en daarbij dingen zeggen die duidelijk meer om het lijf hebben dan louter fantasie.
Dr. Rawat werd geboren in 1936 en groeide op in Beawar, Rajasthan. Al heel vroeg toonde hij belangstelling voor paranormale verschijnselen. Later studeerde hij medicijnen, filosofie en sociologie en was jarenlang werkzaam als universitair docent.In de tussentijd begon hij met het verzamelen van allerlei soorten paranormale ervaringen. Eén daarvan betrof een vrouw die droomde over een treinongeluk en voorspelde dat dat ongeluk ergens in India zou plaatsvinden binnen 10 dagen. Rawat zocht deze vrouw op en nog diezelfde dag schreef hij een brief aan zijn echtgenote waarin hij alles vastlegde. Vijf dagen later verongelukte er een trein in Kuppum in Zuid-India. Het aantal doden kwam overeen met wat de vrouw in kwestie gedroomd had. Bovendien verschenen er berichten in de krant met de woorden "De locomotief naderde het station met een hele hoge snelheid", hetgeen precies de woorden waren geweest die de vrouw tegenover Rawat had gebruikt toen ze haar droom had beschreven.
Sinds de jaren '60 heeft hij veel gevallen van paranormale ervaringen bestudeerd en hier ook over gepubliceerd. Kortgeleden zijn er al enkele artikelen van hem verschenen in een Nederlandse vertaling in Prana, nummer 97.
In 1994 werd dr. Rawat directeur van de zogeheten "Reincarnation Research Foundation". Als zodanig concentreert hij zich opde internationalisering van het reïncarnatieonderzoek. Het is zijn bedoeling op wereldschaal te speuren naar interessante herinneringen aan vorige levens, met name van jonge kinderen.Hij heeft zelf honderden gevallen van zulke kinderen verzameld die beweren dat ze zich vorige levens kunnen herinneren. Tientallen van die gevallen heeft hij persoonlijk onderzocht.
Opvallend daarbij is dat Rawat ook gevallen heeft aangetroffen waarbij moedervlekken of aangeboren afwijkingen overeenkomen met het vorige leven dat het kind beweert te hebben gehad. En gevallen* waarin iemand vaardigheden vertoonde die hij of zij niet in dit maar in een vorig leven had geleerd.
Net als Ian Stevenson, of zijn Indiase collega's zoals Jamuna Prasad, Satwant Pasricha en dr. Shamsukha is dr. Rawat daarbij op zoek naar antwoorden op twee verschillende vragen. Aan de ene kant de vraag of er werkelijk zoiets als reïncarnatie van de persoonlijke ziel bestaat. En aan de andere kant, als dat inderdaad zo is, hoe reïncarnatie werkt. Deze twee vragen vormen de kern van het parapsychologisch reïncarnatieonderzoek.
Een voorbeeld van een geval van Rawat:
Het geval Neera stamt uit de jaren zeventig en is grondig door dr. Rawat onderzocht.
Neera was een Indiase jongen uit het dorpje Changa in de buurt van de geboortestad van Rawat, Beawar. Neera vertelde zijn ouders en later ook dr. Rawat dat hij al eens eerder had geleefd en dat zijn naam toen Kajja was en dat hij in Shyamgarh woonde, zo'n 30 km van Changa verwijderd. Zijn beweringen omvatten onder andere de volgende uitspraken:
- Hij woonde in een dorp dat Shyamgarh heette.
- Hij had twee zoons en drie dochters.
- Zijn vrouw heette Kalli.
- Hij en één van zijn zoons, Babu, werden gedood tijdens een familieruzie over een stuk land.
- Ze werden aangevallen met bijlen en lathi's (Indiaas wapen).Bovendien noemde hij de namen van veel van Kajja's familieleden en wijdde uit over belangrijke gebeurtenissen uit zijn leven als Kajja.
Dr. Rawat stelde vast dat er werkelijk een Kajja had bestaan op wie veruit de meeste uitspraken van Neera van toepassing waren. Er was met name ook echt een familieruzie geweest overeen stuk land en Kajja en zijn zoon Babu waren daarbij inderdaad gedood.
Dr. Rawat bezocht het politiebureau waaronder het dorp Shyamgarh valt en na een lange speurtocht vond hij een document over het incident (op 20 juni 1970) waarbij Kajja en zijn zoon Babu werden vermoord door een aantal mensen. Zeven personen waren daarbij aanvankelijk verdacht voor de politie. Van deze personen werden er twee onschuldig verklaarden vijf kregen levenslang.
Bij volgende onderzoekingen stelde hij vast dat alle vijf de schuldigen vervroegd vrijgelaten waren na een gevangenisstraf van 12 tot 33 jaar. Dr. Rawat probeerde deze moordenaars te traceren. Na enkele pogingen, kon hij vaststellen dat twee van hen in een bepaalde fabriek werkten. Eerst weigerden ze om met hem over de moord te praten, maar tenslotte gaven ze hem toch een gedetailleerd verslag van de ruzie. Kajja was door hen aangevallen met bijlen en lathi's. "We braken zijn handen en benen. Hij ging niet direct dood maar bleef enige tijd bewusteloos.", vertelde Roda, één van zijn moordenaars.In het ziekenhuis in kwestie traceerde dr. Rawat het autopsie-verslag van Kajja. Het rapport vermeldde een aantal wonden en breuken. Het meest belangwekkende punt in dit geval is dat Neera geboren werd met een stompe linkerhand. Het lijkt alsof de hand eraf gehakt was aan het midden van de onderarm. Dr. Rawat besluit zijn verslag van dit geval aldus: "Met deze achtergrond van zoveel details die overeenkomen, zouden we verwachten dat het autopsierapport een afgehakte linkerhand zou vermelden. Maar dit is niet precies het geval. Het rapport vermeldt een "Kneuzing van l bij 1/2 inches, linkerhand middenonderarm". Zoals boven vermeld, werd Kajja verwond met lathi's aan zijn beide handen en benen, maar hij stierf niet onmiddellijk. Zou het zo kunnen zijn dat Kajja toen hij een erg harde klap midden op zijn linkerarm kreeg, het gevoel had dat zijn hand er echt afgehakt werd? Hij zou gestorven kunnen zijn met in zijn geest de gedachte, de impressie of het beeld ervan, die de geboorteafwijking zou kunnen hebben veroorzaakt bij Neera, als het tenminste echt op zo'n manier veroorzaakt was. De overeenstemming van de locatie van de wond tot op het bot aan de helft van de linker onderarm en het feit dat de linkerarm van Neera ophield op de helft van zijn ondernam, kan niet worden genegeerd."
Uit het voorgaande kunnen we afleiden dat dr. Rawat heel grondig en serieus te werk gaat. En diezelfde grondigheid heeft alles te maken met zijn bezoek aan Nederland. Hij wil namelijk samen met mij (voorzitter van stichting Athanasia) alle belangrijke spontane gevallen van kinderen die zich een vorig leven herinneren onderwerpen aan een kritische evaluatie. Net als ik zelf verwacht hij dat er veel gevallen zullen zijn die de toets der kritiek wel degelijk kunnen doorstaan. Daarnaast zal dr. Rawat een aantal lezingen geven over zijn eigen onderzoek in Faridabad.
Ook in Nederland
Gevallen zoals die van Neera komen niet bepaald alleen maar in India voor. Zelfs niet alleen in Azië. Ook in landen waar het grootste deel van de bevolking niet in reïncarnatie gelooft zijn er kinderen die spontaan beweren als een eerder te hebben geleefd. Dr. Joanne Klink, van huis uit protestants-christelijk theologe, heeft hier zelfs al een heel boek aan gewijd dat "Vroeger toen ik groot was" heet.
Maar ook ik zelf ben al enkele gevallen tegengekomen die dezelfde grondstructuur lijken te hebben als die van dr. Rawat. Het is dan ook waarschijnlijk dat er honderden of zelfs duizenden Nederlandse kinderen - van ouders die zelf meestal niet in reïncarnatie geloven - zijn, die beweren al eens eerder te hebben geleefd.
Om die reden wil ik graag een oproep doen aan de lezers van Bres. Mocht u zelf als kind herinneringen hebben gehad aan een vorig leven of anderen kennen voor wie dat geldt, neemt u dan alstublieft contact met mij op. U kunt me bereiken bij de Stichting Athanasia, Darrenhof 9, 6533 RT Nijmegen, titusrivas@hotmail.com. U kunt rekenen op een kritisch onderzoek waarin uw privacy volledig wordt gerespecteerd. Naar alle waarschijnlijkheid zal ook dr. Rawat uiteindelijk op de hoogte worden gebracht van de resultaten van dergelijke onderzoekingen.
Dit artikel werd in 1998 geschreven voor het tijdschrift Bres.