Titel

Fine-tuning en materialisme

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 28 April, 2016)

Samenvatting

'Fine-tuning'betekent zoiets als “precies afstellen” en verwijst naar een merkwaardig natuurwetenschappelijk gegeven. De natuurlijke orde blijkt zo in elkaar te steken dat een lichte afwijking ervan tot een ander soort fysiek heelal zou leiden.


Tekst


Zijn de fysieke natuurwetten volstrekt willekeurig? Fine-tuning en materialisme

door Titus Rivas en Anny Dirven

De gevestigde wetenschap wordt helaas nog steeds voor het grootste deel beheerst door een 'naturalistisch' materialistisch wereldbeeld. Dat betekent dat men uitgaat van een realiteit die helemaal bestaat uit materie en waarin geen ruimte is voor geestelijke factoren of waarden. Het materialisme schetst een uiterst negatief beeld van de werkelijkheid, zodat het enorm belangrijk is dat er ook binnen de wetenschap zoveel mogelijk weerstand tegen geboden wordt.

De parapsychologie vormt natuurlijk een van de voornaamste wetenschappelijke disciplines met een grotendeels anti-materialistische inslag. Zij vormt een van de voornaamste werkgebieden van stichting Athanasia. Daarnaast bestaan er ook individuele geleerden en stromingen binnen de reguliere natuurwetenschappen die pleiten voor een radicale omwenteling. Bijvoorbeeld de rebelse bioloog Rupert Sheldrake met zijn theorie van de morfogenetische velden, maar ook de zogeheten ID (Intelligent Design)-beweging die stelt dat er aanwijzingen zijn voor een intelligente 'ontwerper' achter de biologische evolutie. In dit artikel staan we stil bij een andere, minder bekende invalshoek, die te maken heeft met algemeen aanvaarde natuurwetten.

Fine-tuning
Het gaat ons hier om het verschijnsel 'fine-tuning'. Deze Engelse term betekent zoiets als “precies afstellen” en verwijst naar een merkwaardig natuurwetenschappelijk gegeven. De natuurlijke orde blijkt zo in elkaar te steken dat een lichte afwijking ervan tot een ander soort fysiek heelal zou leiden, een universum waarin bijvoorbeeld geen biologisch leven mogelijk zou zijn. Dit is opmerkelijk omdat de natuurwetten in theorie op allerlei manieren anders afgestemd zouden kunnen zijn. Het is dan wel uiterst toevallig dat uitgerekend deze afstemming gerealiseerd blijkt te zijn. Daarom lijkt het op zijn minst denkbaar dat de natuurwetten door een soort scheppende geest opzettelijk op bepaalde waarden zijn ingesteld. Met andere woorden: fine-tuning lijkt er binnen de gevestigde natuurwetenschap op te wijzen dat het materialistische wereldbeeld waar die wetenschap van uitgaat niet houdbaar is.

Er blijken in dit verband zogeheten fysieke constanten in het universum te bestaan die net zo goed anders hadden kunnen zijn. De kans dat die constanten zomaar, toevallig ontstaan zijn als gevolg van de nasleep van de oerknal zou volgens geleerden onvoorstelbaar klein zijn. Zo klein dat toeval eigenlijk geen serieuze mogelijkheid zou zijn.
Minieme afwijkingen van de huidige constanten zouden een volkomen verschillend heelal opleveren, bijvoorbeeld een universum waarin alleen gassen zouden bestaan en geen vaste stoffen. Of een universum waarin wel planeten zouden kunnen ontstaan, maar dan geen planeten die geschikt zouden zijn voor biologische organismen. Niet alleen is er tenminste één zo'n planeet (de aarde) waarvan we met zekerheid weten dat die geschikt is voor leven, maar het gaat in het geval van allerlei diersoorten ook nog eens om intelligent leven. Dit wijst er mogelijk op dat het universum erop 'ingesteld 'is om tenminste gedeeltelijk bewoond te worden door dergelijke intelligente levensvormen. Uitgaande van de mens als extra intelligente diersoort noemt men dit ook wel het 'antropische principe', afgeleid van het Griekse woord 'anthropos' (mens).

Ingesteld door wie?
Welke geestelijke kracht er precies achter de fine-tuning zou moeten zitten, is een vraag die je niet eenduidig kunt beantwoorden op basis van de natuurkundige gegevens. Fine-tuning wordt dan ook heel verschillend geïnterpreteerd. Christenen stellen dat de afstemming het werk is van de God van de Bijbel, terwijl hindoes bijvoorbeeld eerder zullen denken aan Vishnu of Krishna. Boeddhisten en andere aanhangers van de theorie van een onpersoonlijk bewustzijn zullen de ordening in de natuur eerder daaraan toeschrijven. En zo zijn er nog talloze andere mogelijkheden.
Waar het om gaat, is dat de natuurlijke orde het gevolg is van een schepper of geestelijke kracht. Die is erop uit het heelal zo in te richten dat het voldoende mogelijkheden kan bieden voor het ontstaan van biologisch leven. Indien men uitgaat van de realiteit van reïncarnatie, betekent dit tevens dat het universum geschikt moet zijn voor individuele geestelijke ontwikkeling door middel van verschillende fysieke incarnaties.

Online toevoeging: Overigens zijn er atheïsten zoals Richard Dawkins die stellen dat een godheid nooit verantwoordelijk kan zijn voor de fine-tuning van de fysieke werkelijkheid, omdat zo'n godheid zelf het product moet zijn van de organisatie van materie. Dit is een rare cirkelredenering. Hun argument gaat ervan uit dat alle intelligente wezens het gevolg zijn van biologische evolutie, maar dat staat nu juist ter discussie! Overigens is ook de manier waarop zij de theorie van een schepper logisch denken te kunnen weerleggen onhoudbaar, zoals we hier in het Engels aangegeven hebben.

Alternatieve verklaringen
Net als in het geval van paranormale verschijnselen, zijn er ook op dit gebied sceptische materialisten die alternatieve interpretaties hebben opgesteld om op die manier vast te kunnen houden aan hun wereldbeeld. Voorbeelden van alternatieve verklaringen zijn:

– Wat overkomt als het gevolg van fine-tuning is in feite de enig natuurlijke orde die logisch beschouwd mogelijk is. We kunnen wel denken dat de fysieke werkelijkheid anders geordend had kunnen zijn, maar dat is niet meer dan een misvatting.
Deze interpretatie lijkt over het algemeen weinig aangehangen te worden. Voor zover men kan nagaan, zijn er in elk geval ook andere afstemmingen van de natuurwetten mogelijk. Fine-tuning is dus waarschijnlijk meer dan een illusie.

– De zogenoemde fine-tuning van ons heelal is veel minder opmerkelijk dan men zou denken. Victor Stenger stelt bijvoorbeeld dat het grootste deel van het bekende universum helemaal niet geschikt is voor biologisch leven. Als er werkelijk sprake was van een invloed van een geestelijk wezen op de ordening binnen de fysieke natuur, zou je volgens Stenger nooit verwachten dat maar een kleine fractie daarvan verenigbaar is met leven. Dit argument kan alleen van belang zijn, als men aannemelijk kan maken dat bij een verandering van bepaalde constanten meer delen van het heelal geschikt gemaakt zouden worden voor biologische evolutie. Men spreekt nu juist van fine-tuning omdat kleine afwijkingen van de huidige constanten funest zouden zijn voor het ontstaan van leven zoals we dat kennen op onze aardbol. Uitgaande van het gelijk van mensen als Stenger zou het mogelijk moeten zijn om aan te geven welke wijzigingen op dat punt positief zouden kunnen uitpakken.

– Er lijkt maar één universum te bestaan, maar in werkelijkheid zijn er een oneindig aantal universa. Die andere universa zitten qua wetmatigheden heel anders in elkaar dan ons eigen heelal. Dat wij in een wereld leven waarin de natuurwetten verenigbaar zijn met het ontstaan van intelligent leven, is alleen maar logisch. Anders waren we hier niet. Deze theorie wordt ook wel de multiversum-theorie genoemd.

Multiversum-theorie
Nu kunnen sommige natuurkundigen misschien andere en betere argumenten hebben om uit te gaan van een veelvoud van universa. Maar als het hun op de eerste plaats gaat om het verklaren van fine-tuning, is dit wel een uiterst vérgezochte interpretatie. Het komt erop neer dat men liever een oneindig aantal universa veronderstelt dan te aanvaarden dat de fine-tuning het materialistische wereldbeeld weerlegt. Zoiets gaat in tegen een belangrijk wetenschapsfilosofisch principe, het principe van de zuinigheid of economie. Dit houdt in dat als bepaalde feiten op diverse manieren bevredigend verklaard kunnen worden, de eenvoudigste verklaring de voorkeur verdient. Alleen wanneer je van tevoren al zeker denkt te weten dat een eenvoudigere verklaring geen kans maakt, is het redelijk om naar een ingewikkeldere verklaring te zoeken. Voor verstokte atheïsten is de hypothese van een schepper weliswaar eenvoudiger, maar bij voorbaat niet serieus te nemen. Zij zijn er zozeer van overtuigd dat er geen scheppende geest bestaat, dat ze zelfs het postuleren van een oneindig aantal universa altijd nog rationeler vinden. Hoogstens benadrukken ze dat de theorie dat er talloze fysieke werelden bestaan per saldo niet speculatiever is dan de theorie dat een geestelijke instantie de natuurlijke orde bewust heeft 'afgestemd' op het ontstaan van leven.

Overigens krijgt deze theorie naar het schijnt de laatste jaren steeds meer aanhangers onder reguliere natuurwetenschappers. Dit wijst erop dat veel materialisten en atheïsten onderkennen dat er werkelijk zoiets als fine-tuning bestaat. Het heeft kennelijk te weinig zin om dit nog langer te ontkennen en in plaats daarvan kiest men voor deze volkomen speculatieve oplossing. Een oplossing die overigens nooit getoetst zal kunnen worden, omdat elk universum op zich zou staan.

– Nog een uitweg waar sommige materialisten voor kiezen, luidt dat fine-tuning weliswaar bestaat, maar dat er wel degelijk ook intelligent leven zou kunnen ontstaan zonder de specifieke instellingen van ons universum. Aanhangers hiervan vinden dat we domweg te weinig fantasie hebben. Volgens hen zou er ook in een heelal dat volledig anders geordend is nog intelligent leven kunnen ontstaan. Het zou er waarschijnlijk heel anders uitzien, maar dat doet er verder niet toe.
Het probleem met deze uitweg is dat het opnieuw om pure speculatie gaat. Bovendien kunnen we berekenen dat er bij een andere afstemming van natuurlijke constanten bijvoorbeeld niet eens sterrenstelsels kunnen ontstaan, laat staan complexe, levensvatbare biologische lichamen.

Opgeven van het materialistische wereldbeeld
Algemener stellen materialisten dat fine-tuning weliswaar een merkwaardig gegeven is, waar je niet omheen kunt, maar dat dit op zich nog niet betekent dat het materialisme gefaald heeft. Dit is echter alleen relevant indien materialisten concreet aangeven hoe fine-tuning op een plausibele manier geplaatst kan worden binnen hun paradigma. Als dit onmogelijk blijkt, is het niet erg rationeel om dan desondanks aan een materialistisch wereldbeeld vast te willen houden. Wanneer materialisten alleen nog kunnen uitgaan van een oneindig aantal universa om het veronderstelde toevallige karakter van de orde in dit universum niet te hoeven verwerpen, hebben ze op zijn minst een groot probleem. Alleen wanneer het concept van een scheppend wezen bij voorbaat volkomen absurd is, lijkt het opstellen van zo'n bizarre hypothese namelijk nog enigszins verdedigbaar. Uiteraard wordt dit zelden of nooit toegegeven door materialisten. Men zal nog liever zeggen dat we het wel nooit zullen weten dan afstand te doen van het materialistische wereldbeeld.

Iets dergelijks kennen we ook van de debatten rond paranormale fenomenen. Skeptici kunnen stellen dat zolang er in theorie nog een materialistische verklaring van bepaalde verschijnselen mogelijk is, die verklaring altijd de voorkeur verdient. Het doet er vaak niet toe of die verklaring nog een beetje aannemelijk is.
In beide gevallen zien we dat de weerstand tegen het verlaten van het vertrouwde materialistische denkkader zo groot is, dat men zichzelf niet eens meer de vraag stelt of het 'weg' verklaren van onwelgevallige feiten eigenlijk wel zo redelijk is.

Literatuur
– Barnes, L.A. (2012). The Fine-Tuning of the Universe for Intelligent Life. Astronomical Society of Australia, 29(4), 529-564.
– Carrier, R. (2001). Response to James Hannam's 'In Defense of the Fine Tuning Design Argument'. The Secular Web.
– Hannam, J, (2001). In Defense of the Fine Tuning Design Argument. The Secular Web.
– Rees, M. J. (1999). Just Six Numbers: The Deep Forces that Shape the Universe. (New York: Basic Books)
– Ross, H. (1998). Big Bang Refined by Fire. Pasadena, CA: Reasons To Believe.
– Stenger, V. (2011). The Fallacy of Fine-Tuning: Why the Universe is Not Designed. Prometheus Books.
– Stenger, V.J. (2007). God: The Failed Hypothesis - How Science Shows That God Does Not Exist. New York: Prometheus Books.
– Swinburne, R. (2004). The Existence of God (tweede druk). Oxford: Clarendon Press.
– Tart, Ch.T. (2009). The End of Materialism: How evidence of the paranormal is bringing science and spirit together. Oackland: New Harbinger Publications.

Dit artikel werd gepubliceerd in Paraview, jaargang 17, nummer 3, augustus 2014, blz. 12-15.

Contact: titusrivas@hotmail.com