Titel

Ich habe ins Jenseits geblickt (recensie)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 2 October, 2009)

Samenvatting

Boekbespreking van de bundel Ich habe ins Jenseits geblickt.


Tekst


Andreas Bieneck, Hans-Bernd Hagedorn & Walter Koll (redactie), "Ich habe ins Jenseits geblickt": Nahtoderfahrungen Betroffener und Wege sie zu verstehen. Neukirchen, Vluyn: Neukirchener Verlagshaus, 2006. ISBN 10: 3-7975-0130-7, ISBN 13: 978-3-7975-0130-1.
Recensie: Titus Rivas

In 2005 vond er aan de Universiteitskliniek Bonn-Venusberg (Duitsland) voor de negende keer een symposium plaats tus­sen vertegenwoordigers van (christelijke) theologie en geneeskunde, met als thema Licht aan het einde van de tunnel:hersenspinsel of blik in het hiernamaals? Deze bundel sluit hier bij aan en bevat een verslag van 38 Duitse BDE's in com­binatie met een aantal essays. De algemene teneur is dat BDE's het bestaande christelijke geloof van patiënten kunnen versterken, hoewel men van mening verschilt over de vraag of dit op een goede manier gebeurt.
De beschreven bijnadoodervaringen passen prima in het be­kende internationale patroon. Zo worden o.a. de elementen van een tunnel en een licht genoemd evenals een gevoel van onvoorwaardelijke liefde. Het levenspanorama komt ook voor, hoewel dit relatief zelden wordt gemeld. In sommige gevallen is sprake van een uittreding waarbij de patient gebeurtenissen waarneemt, terwijl dit fysiek onmogelijk zou zijn.
De auteur Stefan von Jankovich heeft toestemming gege­ven om een lezing uit 1978 in het boek op te nemen waarin hij zijn eigen BDE uitvoerig beschrijft en analyseert, ondersteund door vijf van zijn eigen spirituele schilderijen. De neuropsycholoog Christian Hoppe beweert dat hersenpro­cessen een voorwaarde vormen voor elke geestelijke activiteit en verwerpt het bewijsmateriaal dat daartegen pleit. Hij zit he­lemaal op de lijn van Gerald Woerlee, die hij dan ook expliciet noemt. Hoppe beweert onder meer dat de subjectieve ervaring van BDE'ers dat zij nog steeds bij bewustzijn waren terwijl hun hersenen stillagen, wetenschappelijk geen enkel gewicht in de schaal kan leggen. Bovendien stelt hij dat een geloof in een onsterfelijke ziel in feite onchristelijk is. Hoppes afwijzing van een geestelijk leven na de dood is welhaast nog vijandiger dan die van Woerlee. Bizar genoeg heet Pim van Lommei bij Hoppe opeens Piet (blz. 135) en het is te hopen dat ook de overige vergissingen in zijn stuk even doorzichtig zijn voor een groot publiek.
Stefan Högl kijkt naar oudere transcendente ervaringen uit de christelijke traditie en ook naar de reactie op BDE's vanuit verschillende christelijke denominaties, waarbij vooral de po­sitieve houding van katholieken opvalt. Ulrich Eibach sluit het boek af met een essay waarin op­nieuw de platoonse leer van een van nature onsterfelijke ziel gecontrasteerd wordt met de christelijke gedachte dat er alleen een leven na de dood bestaat door de veronderstelde verlos­sing door Jezus van Nazareth.

Deze recensie werd gepubliceerd in Terugkeer.

Contact: titusrivas@hotmail.com