Titel

Doden dieren alleen om te overleven?

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 6 May, 2011)

Samenvatting

Veel levensbeschouwelijke stromingen zijn het erover eens dat de fauna niet bepaald het toonbeeld van harmonieuze vredelievendheid is.


Tekst

Doden dieren alleen om te overleven?

Door Titus Rivas

Veel levensbeschouwelijke stromingen zijn het erover eens dat de fauna niet bepaald het toonbeeld van harmonieuze vredelievendheid is. Een onderstroom van tegendraadse westerse tradities, waar onder meer de Katharen en Rozenkruizers bij horen, ziet haar zelfs als een schepping van de duivel. Maar ook het Christendom beschouwt de dierlijke natuur in navolging van het Jodendom als essentieel uit balans vanwege de zogeheten erfzonde die lijden en dood in de wereld zou hebben gebracht. In oosterse godsdiensten zoals Hindoeïsme en Boeddhisme wordt het dierenrijk opgevat als een wereld vol leed, domheid en primitieve driften waar je maar beter niet in kan terugkeren in een volgende incarnatie. Ook het Darwinisme met zijn 'survival of the fittest' schetst niet direct een aantrekkelijk beeld van de dierenwereld. Waar het mij hier om gaat is of er in de natuur meer geweld voorkomt dan strikt gezien nodig is en of zij dus echt wreed genoemd kan worden.

Criterium
Een criterium voor de kwestie of er echte wreedheid voorkomt in de fauna kan men als volgt formuleren: Doden dieren ook in situaties waarin dat niet direct van belang is voor hun overleven? 
Allerlei roofdiersoorten zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van het opjagen, verwonden en doden van andere dieren. Dit is niet bepaald iets waar we ons over moeten verheugen denk ik, commerciële videobanden over 'Killers' ten spijt. Maar zolang dieren alleen doden uit bittere noodzaak is het onjuist om van echte wreedheid te spreken die vergelijkbaar zou zijn met de speciesistische houding van veel mensen tegenover (landbouwhuis)dieren. 

Genetische fitness
Neo-darwinistische sociobiologen laten zien dat dieren inderdaad veel vaker doden dan nodig is voor hun eigen overleven. Ze gaan er vanuit dat diergedrag motivationeel gezien bepaald wordt door aangeboren drijfveren die {uiteraard volkomen mechanisch) gericht zijn op de verbreiding van de eigen genen. Dieren zouden niet alleen gericht zijn op het eigen lijflijke overleven, maar ook op de voortplanting van het eigen genetische materiaal. Anders dan volgens de traditionele darwinistische theorie zijn dieren volgens moderne sociobiologen niet gericht op overleving en verbreiding van de hele soort, maar specifieker op het 'succes' van het eigen pakket genen. Dat succes gaat in de praktijk vaak ten koste van de verbreiding van genen van soortgenoten. 
Of deze theorie nu waar is of niet (er is nogal wat weerstand tegen gerezen, zeker waar men haar zomaar wil overplanten op menselijk zelfbewust gedrag, en dit type reductionisme lijkt me in feite al moeilijk verdedigbaar voor 'hogere dieren' in het algemeen), er komen merkwaardige gedragingen in de natuur voor die deze theorie perfect lijkt te kunnen verklaren. Zo is onder meer bekend dat bij allerlei diersoorten (bijvoorbeeld bij leeuwen) de mannetjes een sterke neiging hebben om de nakomelingen van een ander mannetje te doden wanneer ze diens harem overnemen. Vanuit de sociobiologie kan men dit zo opvatten dat mannen alleen hun eigen genen willen beschermen en mededingers willen uitschakelen, ook als dat leidt tot zoiets schokkends als infanticide.
Ook 'directere' gevechten tussen mannelijke rivalen kunnen dodelijke gevolgen hebben, hoewel men daarbij natuurlijk wel onderscheid moet maken tussen ongelukjes en opzettelijk doden. Bij bepaalde spinsoorten eten vrouwtjes direct na de paring het mannetje op, omdat hij vanuit het oogpunt van het genetische succes alleen nog een rol kan spelen als voedingsbron. 
Schorpioenen lijken nog verder te gaan: ze eten een deel van hun eigen (levende) kroost op, namelijk de jongen die minder levensvatbaar lijken. 
Binnen de klassieke darwinistische theorie waarin de soort centraal staat, ziet men trouwens ook al dat individuen opgeofferd worden aan een 'groter doel'. Zwakke en hulpbehoevende dieren worden opgeruimd omdat hun voortbestaan niet in het belang is van de soort als geheel. 

Spel
Roofdiersoorten kennen spelvormen waarin ze naspelen hoe ze een prooidier achtervolgen, overmeesteren en verscheuren. De meesten van ons kennen die spelletjes wel van honden en katten [Let wel, niets ten nadele van het spel als spel zelf!]. Helaas spelen roofdieren echter niet altijd met stokken of ander levenloos speelgoed, maar als ze de kans krijgen ook met levende speeltjes. Aangezien het om spel gaat, is het oogmerk van de betrokken dieren niet primair gericht op voedsel zodat lang niet alle gevangen dieren worden opgegeten. Er is een soort 'Funktionslust', een verlustiging in het spel als doel op zich. Zelfs mensen kennen deze jachtspeldrang volgens sommige verwoede plezierjagers. De jacht zou naar hun zeggen voor de mens niet alleen maar te maken hebben met het vergaren van voedingsmiddelen maar ook een aangeboren bron van bevredigend vermaak zijn. In ieder geval miskennen ze dat er ook als dit klopt nog steeds de ethische vraag blijft of we een eventueel jachtinstinct zo maar mogen botvieren op levende dieren. 
Nu is het bij roofdieren, zeker bij intelligente zoogdieren, op zichzelf een kwestie van noodzaak dat ze een drang hebben om spelend te oefenen met de jachtpatronen van hun soort. Anders gezegd, ze hebben het nodig voor hun eigen overleven om jagen echt 'leuk' te vinden. Het is echter allesbehalve leuk te noemen dat er daardoor ook slachtoffers kunnen vallen die niet direct nodig zijn voor het overleven van de betrokken roofdieren. 

Moord met voorbedachte rade
Naast het opofferen van soortgenoten aan een mogelijke duistere genetische dwang en naast jachtspelletjes waar soms onnodig slachtoffers bij vallen, kennen we ook nog echte moorden bij mensapen. Jane Goodall heeft er onder meer melding van gemaakt hoe chimpansees soortgenoten met voorbedachte rade kunnen doden en zelfs over kunnen gaan tot heuse oorlogen. De mens is kennelijk niet de enige primaat die anderen onnodig en puur uit eigenbelang elimineert. Volgens onderzoeker Richard Wrangham gaat oorlog al miljoenen jaren terug en kwam ze reeds voor bij de gemeenschappelijke voorouders van mensen en chimpansees. Agressieve conflicten tussen groepen binnen dezelfde soort zouden zich overigens ook voordoen bij andere diersoorten. 

De natuurlijke orde als maatstaf?
In mijn artikel 'Terug naar de natuur' uit 1998 (Gezond Idee!, 39, 17-18) ga ik in tegen de naturalistische standpunten van sommige veganisten. Hier meen ik te kunnen stellen dat we de natuur ook in een andere zin niet als maatstaf kunnen nemen. De natuur is 'wreed' omdat er in talloze gevallen onnodige slachtoffers worden gemaakt. Dieren doden zeker niet alleen om zelf te overleven. In weerwil van populaire natuurcultussen stel ik dan ook dat we als mensen ethisch gezien de willekeur en klaarblijkelijke onverschilligheid van de aloude natuurlijke orde achter ons dienen te laten. Primatoloog Frans de Waal laat in zijn boek 'Van nature goed' uit 1996 trouwens zien dat ook andere primaten in staat zijn tot moreler gedrag dan hetgeen de boventoon voert in de natuur als geheel. Dat is een mooie aanwijzing dat er al honderdduizenden jaren een potentie bestaat om het radicaal anders te doen.

Dit artikel werd geplaatst in Gezond Idee!, herfst 2002, nr. 55, pagina 26. De hier geplaatste tekst werd licht aangepast in augustus 2012.

Contact: titusrivas@hotmail.com

Nog een komische noot: