Titel

Gesol met dieren

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 29 April, 2016)

Samenvatting

Essay van Titus Rivas over de manier waarop mensen kunnen 'sollen' met de belangen en gevoelens van dieren.


Tekst


Gesol met dieren

door Titus Rivas

In een toenemend bureaucratisch land als Nederland kunnen mensen vaak het gevoel krijgen dat er met hen 'gesold' wordt. Daarmee bedoelen ze onder andere dat medewerkers van instanties hen te weinig als gelijkwaardige burgers behandelen. Maar ook dat ze het gevoel krijgen dat die dienstverleners en hulpverleners hen onderwerpen aan willekeur en grillen. Het voelt dan alsof de ambtenaren 'spelen' met hun belangen en gevoelens, omdat ze onverschillig tegenover hen staan en misschien ook omdat het hun een soort gevoel van macht geeft. Het lijdend voorwerp beleeft dit doorgaans als onnodig vervelend en vernederend. In dit artikel kijken we naar een begrip dat in het verlengde hiervan ligt: gesol met dieren.

Sollen
De term sollen betekent volgens een etymologisch woordenboek: 'willekeurig behandelen'. Het zou afgeleid zijn van het Middelfranse woord souler, 'een balspel spelen'. De oorspronkelijke betekenis heeft dus iets te maken met een gevoel de speelbal van iemand te zijn. Een ander heeft je in zijn of haar macht en doet met jou waar hij zin in heeft. Een beetje zoals de mythologische Griekse goden op de Olympus er lol in hadden te 'spelen' met het lot van stervelingen.
Overigens houdt 'sollen met iemand' wel verband met macht en vernedering, maar niet met regelrecht sadisme. Het is dus ook weer niet de bedoeling dat het mikpunt van het gesol daar veel schade van ondervindt. Dat kan wel het gevolg zijn, maar daar was het niet om te doen. Niet alle conflicten met instanties blijven op die manier op het niveau van gesol steken. Ze kunnen ook uitmonden in het moedwillig, kwaadaardig benadelen van cliënten.
Mensen kunnen zich ervan bewust zijn dat anderen met hen sollen. Ze beseffen dan dat er 'willekeurig' met hen wordt omgesprongen door iemand van wie ze afhankelijk zijn. Overigens is dit besef op zich geen voorwaarde om te mogen spreken van gesol. Er kan bijvoorbeeld ook gesold worden met de belangen van zuigelingen. Namelijk wanneer men net zo'n willekeur aan de dag legt als de belangen van die baby's in het spel zijn.
Dit maakt het zinvol om het begrip 'gesol met dieren' nader te onderzoeken. Ook al zullen veel dieren dit niet beseffen, ze kunnen er toch aan onderworpen zijn.
Dieren zijn binnen de mensenwereld grotendeels afhankelijk van onze welwillendheid. Om die reden ligt het helaas ook voor de hand dat mensen veelvuldig sollen met dieren. Nogmaals, we hebben het daarbij wat mij betreft niet over excessen, zoals stieren- of hondengevechten. En ook niet over het opzettelijk schaden van basale dierenrechten; denk aan praktijken als het slachten of verminken van landbouwdieren. Het dekt de lang van zulke gruwelen onvoldoende als je ze aanduidt met 'gesol'. Dat zouden we ook niet doen als een mens zwaar mishandeld werd. 'Sollen' word in zo'n verband een verbloemend eufemisme.

Diergebruik en sollen met dieren
Waar gaat het dan wel om? Het gaat om het naar willekeur beschikken over het lot van dieren zonder dat dit in hun voordeel is. Maar dan wel op zo'n manier dat schade uit kan blijven en niet onvermijdelijk is. Degene die solt met een dier, houdt te weinig rekening met de beleving van het dier en maakt zich daar ook niet druk om. Hij doet gewoon waar hij zin heeft, zonder zich voldoende af te vragen of het dier wel belang bij heeft.
Gesol zal telkens optreden waar belangen van dieren ondergeschikt worden gemaakt aan belangen van mensen. Dit is structureel het geval bij diergebruik voor praktisch of economisch nut zonder dat er een individuele band van genegenheid bestaat tussen mens en dier. Zoals gezegd, duid ik met het woord 'gesol' geen ernstige schendingen van dierenrechten aan. We hebben het daarom bijvoorbeeld over dingen als het commercieel fokken van huisdieren zonder dat die dieren regelrecht mishandeld worden. Het feit dat de dieren worden verhandeld als een soort gebruiksvoorwerpen gaat als zodanig al in tegen hun waardigheid. Dit geldt des te meer als er geselecteerd wordt op kenmerken waar het dier last van zou kunnen krijgen. Maar het opzettelijk fokken op eigenschappen waar een dier per definitie onder zal gaan lijden, valt weer niet onder gesol, omdat het in zo'n geval om een ernstige vorm van mishandeling gaat.
Het gesleep met fokdieren en dieren in dierentuinen van de ene locatie naar de andere valt als zodanig weer wel onder gesol. Tenminste, zolang daarbij geen elementaire rechten worden geschonden, zoals het recht individuele banden met andere dieren te onderhouden.
Dit geldt ook voor het opvoeren van kunstjes bij circusdieren dierentuindieren en zeezoogdieren in dolfinaria. Ervan uitgaande dat de dieren niet gepijnigd worden om ze te dwingen die kunsten uit te voeren, mogen we in de meeste gevallen spreken van gesol. De dieren zijn afhankelijk van hun trainer, zodat ze doorgaans worden onderworpen aan zijn of haar grillen. De kunstjes kunnen weliswaar enigszins de sleur doorbreken, maar zonder dat dit verder samenhangt met specifieke wensen van het dier. De baas bepaalt steeds eenzijdig wat er gebeurt. Het dier is slechts een verlengstuk van de wensen van mensen en heeft zelf dan ook niets in te brengen. Dit kan heel vervelend zijn voor het dier en daarnaast wordt er een soort karikatuur gecreëerd die zijn waardigheid aantast. Het dier kan bijvoorbeeld wel genieten van het lekkers dat hij voor zijn kunstje krijgt, maar zijn natuurlijke gedrag wordt enorm ingeperkt. De 'leuke' aangeleerde vaardigheid vergroot de handelingsvrijheid van het betrokken dier dus niet, maar betekent per saldo juist een verarming van zijn leven.

Gesol of verrijking?
Niet elke beïnvloeding van diergedrag door mensen komt overigens automatisch neer op gesol met dieren. Bij een gedragscursus voor huisdieren of het trainen van paarden heeft het dier bijvoorbeeld vooral baat bij het aangeleerde gedrag. Het leert basisvaardigheden om gemakkelijker om te gaan met andere dieren en mensen. Bovendien zorgt het ervoor dat het leven van de 'leerling' verrijkt wordt doordat het aan meer interessante of aangename situaties deel kan nemen. Natuurlijk moet er dan wel sprake zijn van een warme band tussen mens en dier waarbij het dier niet wordt opgevat als bron van inkomsten. Het dier mag dus niet 'gebroken' of gedwongen worden om zich aan te passen aan de wensen van de baas. In bepaalde gevallen kan ik me voorstellen dat huisdieren die werk verrichten voor mensen hun werkzaamheden beleven als leuk en verrijkend. Dit geldt bijvoorbeeld voor sledehonden maar ook voor de hedendaagse hulphonden die gehandicapten begeleiden.
Daarentegen denk ik dat we wel mogen spreken van gesol wanneer een dier ondanks de persoonlijke band met de baas onnodig onderworpen wordt aan bepaalde minder aangename situaties. Bijvoorbeeld in het geval van huisdieren die mee moeten doen met een dierententoonstelling terwijl ze daar zelf niets aan vinden. Of paarden die deelnemen aan wedstrijden met een parcours met hindernissen. Hoewel je in dat laatste geval niet zozeer van gesol als wel van mishandeling moet spreken, zodra het parcours echt gevaarlijk is voor het paard.
In het algemeen denk ik dat er wordt gesold met dieren wanneer de als verrijkend gepresenteerde situatie niet leuk gevonden wordt door het dier en evenmin in zijn of haar belang is. Veel honden vinden het bijvoorbeeld fantastisch om allerlei nieuwe spelvarianten aan te leren en dan is het mijns inziens onzinnig om het vertonen van hun angeleerde kunsten per definitie als gesol aan te merken. Dat geldt ook voor vaardigheden van leergierige exotische dieren zoals papegaaien of mensapen in gevangenschap. Hun situatie wordt daadwerkelijk verrijkt door het vrijwillig aanleren van nieuwe dingen. Het doet er volgens mij niet toe of de vaardigheid er volgens sommigen 'belachelijk' uitziet, zolang het dier er zelf maar plezier in heeft. Mij gaat het dus echt te ver om te spreken van gesol als men bijvoorbeeld een papegaai nieuwe woordjes aanleert of een chimpansee gebruik leert maken van een computer. Hoe 'onnatuurlijk' deze gedragingen ook moge zijn, de eigen beleving van het individuele dier hoort hierin de maatstaf te zijn.

Sollen en waardigheid
Als mensen sollen met dieren, laten ze daarmee impliciet zien dat ze het dier als minderwaardig zien aan henzelf. Dit leidt weliswaar niet tot doelbewuste mishandeling, maar wel tot allerlei onprettige situaties waar het afhankelijke dier zich niet aan kan onttrekken. Gesol betekent dus altijd een schending van de waardigheid van de betrokken dieren. Het drukt het achterliggende speciësisme uit, de ideologie dat leden van andere diersoorten (speciës) altijd minder waard zijn dan de leden van onze eigen mensensoort. Behalve met herkenbare ergernissen rond bureaucratisch gedrag van ambtenaren is het bijvoorbeeld vergelijkbaar met de willekeur waaraan slaven vroeger onderworpen waren. Allerlei beslissingen over het leven van die slaven werden door hun 'meesters' genomen en als ze er zelf al in gekend werden, was hun eigen wil nooit doorslaggevend. Alleen kunnen we slavernij helaas niet reduceren tot 'gesol' met mensen, want daarvoor is het verschijnsel veel te ernstig. Ook met landbouwhuisdieren wordt nauwelijks gesold, omdat ze structureel worden mishandeld en hun rechten over de hele linie worden genegeerd. Overigens is er wat dit betreft wel een glijdende schaal. Als gesol met dieren vanuit een vanzelfsprekend speciësisme acceptabel wordt geacht, kan dit uiteindelijk leiden tot het vergoelijken van ernstige vormen van dierenmishandeling. Denk bijvoorbeeld aan de kleine boeren die een persoonlijke band hebben met hun vee, terwijl de dieren natuurlijk wel in het slachthuis eindigen. Denk ook aan renpaarden die bij wijze van welverdiend 'pensioen' eveneens naar het abbatoir kunnen worden afgevoerd. Of aan fokdieren die worden gescheiden van hun familieleden, vrienden en verzorgers zonder dat dit in hun belang is.
Zolang onvervreemdbare dierenrechten niet de norm vormen, is gesol met dieren in feite een voorportaal voor allerlei gruwelen waaraan ze kunnen worden blootgesteld door mensen.

Dit essay werd gepubliceerd in Vegan Magazine, zomer 2014, nummer 101, blz. 22-23.

Contact: titusrivas@hotmail.com