Titel

Hoofdstuk 11 Parapsychologie en andere grensgebieden

Geplaatst door

Parapsychologische Encyclopedie   (publicatiedatum: 5 October, 2006)

Samenvatting

Hoofdstuk 11 van de Encyclopedie van de Parapsychologie over de verhouding tussen de parapsychologie en andere grenswetenschappen.


Tekst

 

 

Hoofdstuk 11. Parapsychologie en andere grensgebieden

Grenswetenschappen

Door skeptici (in de zin van debunkers) wordt parapsychologie beschouwd als een pseudowetenschap. Parapsychologen vinden doorgaans dat hun discipline een belangrijke, centrale rol toekomt in de wetenschap als geheel, door de fundamentele vragen waar ze onderzoek naar doen. Hoe dan ook is de parapsychologie momenteel nog een zogeheten grenswetenschap, dat wil zeggen een wetenschap die raakt aan de grenzen van de menselijke kennis zoals die door minder controversiële of ‘orthodoxere’ wetenschappen wordt nagestreefd. De term grenswetenschap zegt anders dan het woord pseudowetenschap niets over het gehalte van een wetenschap, dat wil zeggen over haar methodiek, bewijsmateriaal of theorievorming. Alle evt. echte pseudowetenschappen zijn dus bijna automatisch ook grenswetenschappen, maar niet alle grenswetenschappen zijn daarmee ook pseudowetenschappen. Een discipline die door velen tegenwoordig als een pseudowetenschap wordt gezien maar decennialang veel academisch aanzien genoot, is de psychoanalyse.

De parapsychologie is bij uitstek de grenswetenschap die zich bezighoudt met de menselijke en dierlijke geest, de inwerking ervan op de werkelijkheid, het overleven ervan na de dood, etc. Door sommigen worden ook andere ‘afwijkende’ psychologische disciplines beschouwd als grenswetenschappen, zoals het onderzoek naar veranderde bewustzijnstoestanden. Merkwaardig genoeg moet zelfs een gebied dat op zichzelf mooi aansluit bij de evolutietheorie, namelijk het onderzoek naar hogere geestelijke vermogens bij dieren, het vaak ontgelden. Luidruchtige skeptici vinden het bijvoorbeeld nodig om onderzoek naar mogelijke taal-achtige vermogens bij mensapen bij voorbaat aan te merken als pseudo-wetenschap. Dat heeft dus op zichzelf niet eens iets te maken met wat zou volgen uit de gangbare wetenschap, maar meer met het ‘gewone’ beeld dat mensen van mensapen hebben. Het is deprimerend om te zien wat debunkers op basis van hun eigen bekrompen vooroordelen allemaal uit de officiële wetenschappelijke wereld willen weren.

Van weer andere subgebieden zoals de frenologie of de fysische antropologie van de nazi’s staat voor bijna iedereen (inclusief de meeste grenswetenschappers) vast dat het om pseudowetenschappen gaat die niet langer als wetenschap worden beoefend.

Een andere term voor grenswetenschap die vooral in de Engelse taal opgeld doet, is anomale wetenschap, hetgeen verwijst naar het concept anomalie, een empirisch verschijnsel dat niet in een bepaalde gangbare theorie of wereldbeeld past.

Zo spreekt men wel van anomale fysica, anomale archeologie en anomale geologie.

Grenswetenschappen zonder duidelijk raakvlak met de parapsychologie

Veel anomale wetenschappen richten zich op verschijnselen die niet inpasbaar zijn binnen de orthodoxie van hun gebied, zonder dat dit verband houdt met de parapsychologie.

Het bekendste voorbeeld is wel de zogeheten cryptozoölogie, die onder andere onderzoek doet naar onbekende of verzwegen diersoorten. Het kan daarbij gaan om leden van een diersoort die reeds uitgestorven zou moeten zijn volgens de handboeken. Sommige cryptozoölogen vermoeden zo dat het zogeheten Monster van Loch Ness een nakomeling zou kunnen zijn van een kleine groep geïsoleerd overlevende dinosaurussen. Het overleven van deze soort is daarbij niet paranormaal, maar volledig inpasbaar in biologische theorieën. Het grenswetenschappelijke zit hem in dit geval dan ook in het spectaculaire van de theorie, aangezien men algemeen aanneemt dat er geen levende dinosaurussen meer rondlopen op aarde. Iets vergelijkbaars zien we bij de cryptozoölogische fascinatie voor de mogelijkheid dat er op diverse plaatsen nog mensachtige soorten rondlopen die lijken op reeds als uitgestorven bekend staande aapmensen. Deze Yeti, Sasquatch of Verschrikkelijke Sneeuwman zou net als het Monster van Loch Ness meermalen waargenomen zijn door zowel leken als cryptozoölogen en er zou zelfs fysiek bewijsmateriaal voor bestaan. De Yeti is geen paranormaal verschijnsel, maar gaat domweg in tegen de vigerende aanname dat wij tegenwoordig de enige mensensoort zijn. De cryptozoölogie houdt zich ook nog bezig met vraagstukken als het voorkomen van hedendaagse diersoorten in onverwachte regio’s (bijvoorbeeld panters in Engeland) en meldingen van dieren die onlangs uitgestorven zouden zijn. Alleen wanneer de cryptozoölogie zich zou toeleggen op diersoorten die zelf helemaal niet passen in gangbare biologische theorieën, zoals een vliegende mensachtige, mythologisch overkomende wezens of buitenaardse diersoorten, kunnen er mogelijke links zijn met een wereldbeeld waarin paranormale verschijnselen een rol spelen.

Iets dergelijks geldt ook voor de zogeheten "verboden archeologie" die anomale archeologische vondsten onderzoekt die volledig in strijd zouden zijn met de gangbare archeologische tijdsschaal. Zo beweren anomale archeologen dat er menselijke artefacten, zoals kunstvoorwerpen, werktuigen of munten zouden zijn aangetroffen in aardlagen die ontstaan zijn toen er volgens gangbare theorievorming nog helemaal geen mensen bestonden. Iets minder spectaculair is de aandacht van dergelijke archeologen voor het voorkomen van resten van beschavingen ver buiten het daarmee corresponderende grondgebied, bijvoorbeeld Romeinse overblijfselen in China.

De opwindendste theorie van bepaalde grens-archeologen is dat er duizenden jaren geleden een of meer vergeten technologisch en cultureel hoog ontwikkelde beschavingen zouden hebben bestaan, die men soms aanduidt met traditionele namen zoals Atlantis, Lemuria of Mu. Er zouden talloze verwijzingen naar die bloeiperiode bestaan, zowel in de vorm van mythen over een verwoestende zondvloed, als in bouwwerken, technieken en concepten. Er zou bijvoorbeeld een merkwaardige wereldwijde convergentie bestaan in de bouw van piramides (in bijvoorbeeld Egypte, Peru en Thailand), in concepten over een leven na de dood, in sterrenkundige ideeën, etc. Sommigen menen ook nog dat er landkaarten bestaan, zoals die van de Turkse zeevaarder Piri Reis, die vervaardigd zouden zijn aan de hand van oeroude bronnen uit de verloren bibliotheek van Alexandrië, en waarop niet alleen Noord- en Zuid-Amerika te zien zouden zijn, maar ook Antarctica zoals dat er duizenden jaren geleden uitzag.

Immanuel Velikovsky beweerde op basis van mythen en tradities dat de aarde in het verleden meermalen getroffen werd door hemellichamen, hetgeen een grote invloed zou hebben gehad op menselijke beschavingen.

Net als in het geval van de cryptozoölogie bestaat er ook bij de verboden archeologie geen directe link met de parapsychologie. Er is wel een indirect verband met als paranormaal gepresenteerde beweringen van zieners als Edgar Cayce over Atlantis, waar soms expliciet naar verwezen wordt door bepaalde grens-archeologen.

Ook het onderzoeksgebied van de zogeheten Ancient Astronauts, dat voor sommigen nauw aansluit bij de forbidden archeology hoort bij de grenswetenschappen zonder direct raakvlak met de parapsychologie. Onderzoekers als Erich von Däniken, Robert Charroux en Peter Krassa zoeken naar aanwijzingen uit de mythologie en heilige geschriften van de wereldgodsdiensten, en ook weer uit de archeologie, voor hun these dat de oude goden buitenaardse wezens (‘kosmonauten’) waren.Veel mythen verwijzen bijvoorbeeld naar ‘culture heroes’, dat wil zeggen goden die uit de hemel daalden om een bepaald volk allerlei technieken en begrippen te leren die de basis moesten vormen van zijn cultuur. Bepaalde aanhangers van de theorie gaan nog een stap verder door te stellen dat de mensheid een genetisch experiment zou vormen waarbij oorspronkelijk aards DNA van een aapmens vermengd werd met ‘superieur’ genetisch materiaal van buitenaards wezens. De bekendste Ancient Astronauts-enthousiast, Erich von Däniken, ziet zelf overigens allerlei verbanden tussen zijn theorieën en de parapsychologie, maar die lijken over het algemeen allerminst evident.

Grenswetenschappen die haaks lijken te staan op parapsychologie

Er bestaan ook grenswetenschappers die zich toeleggen op theorieën die als zodanig haaks lijken te staan op de parapsychologie of belangrijke onderdelen daarvan. Soms worden dergelijke grenswetenschappers niet eens als zodanig onderkend omdat ze lijken aan te sluiten bij bepaalde ‘orthodoxe’ vooronderstellingen van de natuurwetenschap. Zoals dat de geest ofwel helemaal niet bestaat of anders toch geen invloed heeft op de werkelijkheid en helemaal bepaald wordt door de materie. Een voorbeeld daarvan is de ‘harde’ Artificiële Intelligentie die ernaar streeft om bewuste computers te creëren die echt kunnen denken en voelen. Normaal gesproken is deze discipline niet te harmoniëren met veel theorievorming van de parapsychologie.

Zoiets kan ook gezegd worden van een extreem deterministische variant van de gedragsgenetica die beweert dat iemands psychologie in alle belangrijke opzichten bepaald wordt door iemands genetische aanleg. Dit is in onder meer strijd met de gegevens van het parapsychologische reïncarnatieonderzoek. De reductionistische gedragsgenetica kan gepaard gaan met eugenetische ideeën en programma’s voor vergaande genetische manipulatie.

Een volgend voorbeeld betreft nog het grenswetenschappelijk onderzoek naar fysieke onsterfelijkheid, zowel in verband met voedings- en leefwijzen en vitaminesupplementen als met behulp van invriezen. Waar sprake is van het ‘bewaren’ van iemands persoonlijkheid in fysieke of digitale zin, is dergelijk onderzoek duidelijk strijdig met belangrijke theorievorming in het parapsychologische onderzoek naar leven na de dood.

Grenswetenschappen met duidelijke raakvlakken met de parapsychologie

Sommige andere grenswetenschappen houden zich voor een belangrijk deel bezig met verschijnselen die doen denken aan parapsychologische fenomenen.

In de studie van ervaringen met ongeïdentificeerde vliegende objecten of UFO’s oftewel de ufologie komen bijvoorbeeld meldingen voor van poltergeistachtige verschijnselen, van materialisatie en dematerialisatie van UFO’s en telepathische contacten met UFO-wezens. Toch kan men de ufologie niet beschouwen als een deelgebied van de parapsychologie omdat ze voor het grootste deel gericht is op mogelijk bewijsmateriaal voor bezoeken van buitenaardse wezens. Zo beweren de onderzoekers Charles Berlitz en William Moore talloze onafhankelijke getuigen te hebben gevonden voor het neerstorten van een UFO met inzittenden in de buurt van de Amerikaanse plaats Roswell. Ook zijn er meldingen van grootschalige waarnemingen van UFO’s boven steden en van fysiek bewijsmateriaal dat samengesteld zou zijn uit elementen die op aarde (bijna) niet voorkomen.

Er zijn echter parapsychologen die denken dat alle UFO-verschijnselen uiteindelijk voortkomen uit onbewuste psychokinetische invloeden, inclusief materialisatie. Deze theorie wordt minder aannemelijk naarmate meer mensen onafhankelijk van elkaar sterk vergelijkbare ervaringen melden. Er zijn overigens wel erg veel variaties gedocumenteerd, zowel wat betreft de vorm van de waargenomen UFO’s als wat betreft de inzittenden ervan. De ufologie deelt nog iets anders met de parapsychologie, namelijk de ongemeen felle aanvallen van skeptici op het onderzoeksgebied.

Een tak van de anomale biologie zijn we al tegengekomen in het onderzoek van Rupert Sheldrake naar morfogenetische causatie. Dit gebied valt voor een groot deel samen met parapsychologisch onderzoek naar ESP, aura’s en fijnstoffelijkheid. Zo heeft Sheldrake onderzoek gedaan naar paranormale vermogens bij dieren.

De astrologie, numerologie en handlijnkunde zijn grenswetenschappen die alleen binnen bepaalde opvattingen duidelijk verband lijken te houden met de parapsychologie. Ze houden zich bezig met bronnen van informatie die niet geaccepteerd worden door de ‘orthodoxe’ wetenschap, net als nog steeds grotendeels geldt voor het ESP-onderzoek. Volgens sommigen maken ze daarbij gebruik van het principe synchroniciteit dat fysieke patronen en getalsmatige verhoudingen acausaal zou verbinden met geestelijke en lichamelijke patronen. Een belangrijk verschil is echter wel dat dergelijke grenswetenschappen in dat geval uitgaan van strikt ‘wetmatige’ synchronistische verbanden terwijl die doorgaans niet in die vorm voorkomen bij paranormale verschijnselen. Bovendien zijn lang niet alle grenswetenschappers overtuigd van de theorie dat de door hen gepostuleerde wetmatigheden primair te maken hebben met synchroniciteit. Sommige astrologen geloven bijvoorbeeld in fysieke invloeden van de hemellichamen op het leven op aarde. Alleen als ze daarbij een link leggen met concepten als aura’s en fijnstoffelijkheid is er nog een verband met de parapsychologie. Astrologen moeten het trouwens vooral ontgelden als ze voet aan de grond lijken te krijgen aan universiteiten en dergelijke. Wat dat betreft lijkt de receptie van de kant van skeptici in zo’n geval sterk op de manier waarop deze meestal met parapsychologen omgaan.

Een grenswetenschap die men qua onderzoeksobject zeker kan beschouwen als onderdeel van de parapsychologie is onderzoek naar ongeïncarneerde geestelijke wezens, zoals ‘engelen’. Het gaat immers om een vorm van anomaal onderzoek naar de geest. Onderzoek naar engelen of ruimer hogere wezens komt overigens ook voor als thema in het bijna-dood onderzoek.

In Nederland is met name de huisarts Moolenburgh bekend geworden door zijn verzamelingen van spontane paranormale ervaringen met mogelijke engelen waarin mensen beschermd en positief beïnvloed lijken te worden door hogere wezens. Dergelijk onderzoek moet overigens scherp onderscheiden worden van zogeheten ‘angelologische’ doctrines over engelen, die van godsdienst tot godsdienst verschillen en vaak weinig tot niets te maken hebben met reële ervaringen.

Angst voor grenswetenschappen

Alle grenswetenschappen hebben gemeen dat ze meestal zeer impopulair zijn onder skeptici en orthodoxere wetenschappers. In sommige gevallen lijkt er echt een angst voor het onbekende mee te spelen of voor het teloorgaan van de wetenschappelijke rationaliteit. Dit lijkt hoe dan ook onrealistisch. Echte pseudo-wetenschappen worden op den duur heus wel definitief ontmaskerd. Volgens boze tongen zouden sommige tegenstanders van grenswetenschappen dan ook niet gedreven worden door een reële bezorgdheid om de integriteit van de wetenschap, maar eerder door de eigen machtspositie, bijvoorbeeld aan universiteiten. Men zou er in dat geval dus qua sociale positie of ook economisch bij gebaat zijn als bepaalde inzichten niet doorbreken.

In feite is het gevaar veel groter dat belangrijke grenswetenschappelijke inzichten enkel en alleen niet worden opgenomen in de wetenschap als geheel vanwege de irrationaliteit van al te koppige ‘poortwachters’ zoals de skeptische debunkers. De intellectuele vooruitgang van de mensheid heeft baat bij vernieuwend bewijsmateriaal en gedurfde theorieën die de grenzen van de wetenschap kunnen verleggen. Nogal wat skeptici beweren overigens volledig open te staan voor bewijsmateriaal binnen de door hen bestreden grenswetenschappen, wat echter helemaal niet lijkt te stroken met de denigrerende en respectloze manier waarop ze kopstukken daarbinnen aanvallen. Skeptici (in de zin van debunkers) klagen soms over de ‘vooroordelen’ die grenswetenschappers tegen hen zouden koesteren, zonder te beseffen dat ze grotendeels zelf debet zijn aan hun negatieve imago.

Een open, kritisch-welwillende houding tegenover grenswetenschappen zal vanzelf wel aantonen welke onderdelen daarvan serieuze aandacht verdienen en welke niet. Echte wetenschappers zouden dan ook tenminste tolerant moeten staan tegenover de grenswetenschap in plaats van de beoefenaars ervan zoveel mogelijk de mond te snoeren, belachelijk te maken of persoonlijk af te branden.

Literatuur

Er bestaat een zeer uitgebreide literatuur op dit uiterst gevarieerde gebied, die grotendeels is gepubliceerd bij alternatieve uitgeverijen. Er is geen beginnen aan om die in een paar literatuurverwijzingen weer te geven. Voorbeelden van algemene overzichten op dit gebied zijn de werken van Arthur C. Clarke, Lyall Watson en Colin Wilson en de reeds genoemde boeken van Charles Fort

Mochten lezers specifieke tips willen over algemene inleidingen op een bepaald gebied, dan zal ik graag met hen meedenken. Zie mijn contactgegevens: titusrivas@hotmail.com.


Drs. Titus Rivas is verbonden aan Stichting Athanasia en is medewerker van o.a. het blad Terugkeer van Stichting Merkawah, ParaVisie, Paraview en Prana.

Rivas is altijd geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen op parapsychologisch gebied en nodigt u uit uw eigen paranormale ervaringen met hem te delen: titusrivas@hotmail.com

Stichting Athanasia verzorgt bovendien parapsychologische consulten tegen tarieven gekoppeld zijn aan iemands uitkering. (Athanasia is een ideele stichting en de consulten komen uitsluitend ten goede aan haar activiteiten).