Exploring Frontiers of the Mind-Brain Relationship (recensie)
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 10 November, 2013)
Samenvatting
Recensie van Titus Rivas van de bundel 'Exploring Frontiers of the Mind-Brain Relationship' onder redactie van Alexander Moreira-Almeida en Franklin Santana Santos.
Boekbespreking
Alexander Moreira-Almeida en Franklin Santana Santos (red.). Exploring Frontiers
of the Mind-Brain Relationship. Springer, 2011. ISBN 978-1-4614-0646-4.
Hans Christian Andersen schreef ooit het prachtige sprookje “De Nieuwe Kleren van de Keizer”. Het werd volgens Wikipedia voor het eerst gepubliceerd in 1837. Ik heb er zelf wel eens naar verwezen in een online discussie met (pseudo-)skeptici over het materialisme in filosofie en wetenschap. De skeptici antwoordden uiteraard dat juist andere stromingen niets om het lijf hebben.
Grappig genoeg ben ik niet de enige die aan dit sprookje denkt wanneer het over het materialisme gaat. Het thema speelt een belangrijke rol in het boek Exploring Frontiers of the Mind-Brain Relationship onder redactie van Alexander Moreira-Almeida en Franklin Santana Santos. De samenstellers stellen in hun inleiding dat alle deelnemers aan hun bundel laten zien dat “zijne Hoogheid, De Materialistische Keizer, geen kleren draagt.”
Het boek is grotendeels gebaseerd op lezingen die de deelnemers in 2010 hebben gegeven op een symposium in Brazilië. Alle bijdragen hebben gemeen dat ze vanuit verschillende invalshoeken wijzen op de onhoudbaarheid van een materialistische visie op de geest. Het neuropsychologische bewijsmateriaal waar materialisten zo graag de nadruk op leggen, is bijvoorbeeld volledig en bevredigend te plaatsen in de zogeheten 'transmissie theorie' van onder andere William James, waarbinnen de hersenen de geest niet produceren maar slechts kunnen beïnvloeden. Op een alledaags niveau faalt het materialisme al meteen omdat het niet eens het bestaan van bewustzijn kan verdisconteren. Bovendien moeten aanhangers van het materialisme belangrijke soorten wetenschappelijk bewijsmateriaal negeren omdat die per definitie niet in hun wereldbeeld passen. Bijvoorbeeld parapsychologische verschijnselen zoals correcte waarnemingen tijdens een hartstilstand en verifieerbare, juiste herinneringen aan een vorig leven bij jonge kinderen.
Voor mensen die reeds goed thuis zijn in actuele discussies op dit terrein komt er misschien weinig onbekend materiaal in het boek voor, maar de bundel is zeker geslaagd als overzicht. Stuart Hameroff en Deepak Chopra gaan bijvoorbeeld in op een mogelijke toepassing van het model van Penrose en Hameroff op de notie van een non-lokaal bewustzijn en een leven na de dood. Mario Beauregard staat stil bij onderzoek naar de invloed van de bewuste geest op de regulering van emoties. Peter Fenwick besteedt specifiek aandacht aan bijna-doodervaringen en geeft daarbij aan dat alleen een niet-materialistische, 'transcendente' hypothese bepaalde aspecten van BDE's kan verklaren. Moreira-Almeida bespreekt bewijsmateriaal voor spiritistisch mediumschap en concludeert daarbij dat dit ten minste voor een deel wijst op daadwerkelijke communicatie met overledenen. Erlendur Haraldsson geeft een goed overzicht van casuïstisch reïncarnatieonderzoek en beschrijft daarbij ook enkele – voor een deel nieuwe – casussen die hij zelf heeft onderzocht. Haraldsson geeft aan dat het indrukwekkende bewijsmateriaal op dit gebied voor materialisten alleen door toeval, culturele invloeden en bevooroordeelde berichtgeving (weg) verklaard kan worden.
Individuele lezers zullen zich waarschijnlijk niet in alle bijdragen even goed kunnen vinden. Ik heb zelf bijvoorbeeld weinig affiniteit met de kwantummechanische benadering en voel veel meer voor een voortzetting van de klassieke substantie-dualistische traditie. Voorts is er een nogal forse fout in een stuk van Peter Fenwick geslopen. Hij schrijft (blz. 155) dat Kimberly Clark Sharp zélf tijdens haar eigen BDE de beroemde tennisschoen op de richel heeft waargenomen. Hij heeft Clark persoonlijk gesproken en die had haar ervaring tegenover hem bevestigd, ondanks het feit dat skeptica Susan Blackmore Clark nergens had kunnen terugvinden, aldus Fenwick. De BDE in kwestie hoort echter niet bij Kimberly Clark zelf maar bij Maria, de immigrante die zij als onderzoekster geïnterviewd had. Mogelijk is de gewoonlijk toch bijzonder grondige Fenwick een beetje op het verkeerde been gezet doordat Clark inderdaad zelf ook een BDE heeft beleefd.
Dit soort kleinigheden mogen de pret echter niet drukken. De arme keizer staat te rillen van de kou. Nou alleen nog meer geleerden die dat gewoon durven te onderkennen...!
Titus Rivas
Deze recensie werd in de zomer van 2013 gepubliceerd in Terugkeer 24(2), blz. 28-29 en Levenslicht Nr. 35, blz. 22.