Titel

Veganisme en huisdieren: een pijnlijk dilemma

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 13 September, 2011)

Samenvatting

Artikel over ethische vraagstukken rond het houden van huisdieren door veganisten, verschenen in Gezond Idee!, tijdschrift van de Nederlandse Vereniging voor Veganisme.


Tekst


Veganisme en huisdieren: een pijnlijk dilemma

Titus Rivas is veganist en filosoof. Daarnaast houdt hij (van) huisdieren. Hoe hij deze hoedanigheden combineert, blijkt uit zijn ethische afwegingen om bepaalde dieren wel, andere niet in aanmerking te laten komen als huisdier. "Slangen als huisdier zijn onaanvaardbaar voor een veganist."

Veganisten kunnen globaal genomen vier motieven hebben voor hun keuze: ecologie (natuur), politiek (honger), gezondheid en ethiek (dieren). Wat betekent dat ten aanzien van het houden van huisdieren?
Als je primair om ecologische redenen veganist bent, dan zul je doorgaans tegen het houden van huisdieren zijn. Zeker als het daarbij om dieren gaat die van nature carnivoor zijn en binnen een ecologisch gericht wereldbeeld dus onherroepelijk aangewezen zijn op vlees. Iets anders is onnatuurlijk en in strijd met het typisch ecologische respect voor de zogeheten 'aard' van de afzonderlijke diersoorten.
Hetzelfde geldt voor de politieke basis voor veganisme. Als je met behulp van je veganisme de honger (onder mensen) wilt bestrijden, lijkt het niet zo verstandig om huisdieren te houden. De miljoenen huisdieren die er nu al zijn moeten immers eten, en je kunt verwachten dat zij het politiek-economische voordeel van de menselijke onthouding van dierlijke producten bijna geheel zullen opheffen.
Indien gezondheid het hoofdmotief vormt voor een veganistische leefwijze, is er niets tegen het houden van huisdieren. Mits je geen wilde roofdieren of giftige spinnen verzorgt die je gezondheid kunnen schaden.

Consequente dierenvrienden
Het interessantste vraagstuk rond veganisten met huisdieren, ontstaat dan ook als het veganisme primair wordt aangehangen op ethische gronden. In dat geval zie je namelijk een vreemde paradox ontstaan bij bepaalde soorten huisdieren. Net zoals gezondheidsveganisten geen moeite hebben met onschadelijke huisdieren, zo heeft een ethisch georiënteerde veganist geen moeite met huisdieren die voor hun voeding enkel afhankelijk zijn van plantaardige producten, zoals konijnen, hamsters, vogels, of ratten. Anders is het echter gesteld met huisdieren die vooralsnog zuivel, vis of vlees nodig hebben. Ethische veganisten, consequente dierenvrienden dus, zijn er op uit om zo min mogelijk dieren leed te berokkenen. Daarom onthouden ze zich van dierlijke producten, maar daarom zullen ze zich ook in de eerste plaats ontfermen over huisdieren. Wanneer die huisdieren voor hun welzijn van nature afhankelijk zijn van het leed van andere diersoorten, levert dat dus een pijnlijk dilemma op.

Potje VegeCat
Nu ben ik zelf een typisch ethisch georiënteerde veganist met maar liefst zes huisdieren. Ik heb meer dan tien jaar twee honden opgevoed die gewoon met de pot meeaten. Het smaakte hen blijkbaar, en controles bij de dierenarts wezen uit dat ze volledig gezond waren. Tegenwoordig heb ik drie katten, en bij hen ligt de zaak anders. Voor mijn katten heb ik een potje VegeCat (een plantaardig voedingssupplement voor katten) aangeschaft in de hoop dat ze daar goed op zouden gedijen. Ik weet niet hoe het met de smaak van andere katten is gesteld, maar helaas bleken de mijne gauw uitgegeten wat betreft de voedingscombinaties die er met VegeCat mogelijk zijn. Uit arremoe ben ik er daarom toch toe overgegaan om visbrokjes voor hen te kopen. Ik voel me zo als het ware gedwongen tot een schijnbaar speciësisme, dat echter gebaseerd is op psychologische verschillen tussen diersoorten: omdat vissen waarschijnlijk minder kunnen lijden en minder belangen hebben dan vogels of zoogdieren, moeten zij er als eersten aan geloven wanneer het gaat om de belangen van mijn gevoelige katten. Ik zou mijn katten kunnen laten verhongeren om vissen te sparen, maar daar zie ik intuïtief echt de juistheid niet van in. Overigens zijn er bepaalde roofdiersoorten zoals slangen waarvoor de eigenaar zelfs dieren zou moeten opofferen die waarschijnlijk gevoeliger zijn en meer belangen hebben dan die slangen zelf, zoals muizen of kuikentjes. In dat geval zou ik de slangen terug laten plaatsen in de natuur.

Kiezen
Zo kom ik tot een eveneens paradoxale conclusie: Ik denk dat een veganist die een huisdier wenst, zou moeten kiezen voor dieren die zich laten domesticeren. Dat wil in dit verband zeggen voor een dier dat ofwel plantaardig eet of daartoe op te voeden is.
Honden zouden dan meestal in aanmerking komen, en slangen zijn als huisdier onaanvaardbaar voor een veganist: zij eten andere dieren en zijn daarvan niet af te brengen. Wat zou nu de oplossing zijn voor ethische veganisten die uit hun liefde voor dieren gedomesticeerde én vleesetende wezens zoals katten houden? De oplossing zou volgens mij liggen in de lijn van een product als het genoemde VegeCat, een betaalbaar veganistisch product dat bijvoorbeeld kattenvoer volledig zou vervangen en bovendien echt aantrekkelijk zou zijn voor alle katten door allerlei smaakcombinaties. Hier moet door (ethische) veganisten gesponsord onderzoek naar gedaan worden. Tot de tijd dat er veganistische alternatieven zijn, kan er door kattenbezitters slechts gekozen worden voor het minste van twee kwaden, namelijk door katten die het huidige VegeCat of VegeDog niet lusten visproducten te voeren. [Toevoeging uit 2011: inmiddels eten mijn overgebleven katten Cica en Guusje veganistisch droogvoer van Amicat in combinatie met visbrokjes. Het oude droogvoer is dus met succes vervangen door Amicat. Nu nog een volwaardig, smakelijk alternatief voor het natvoer.]

Dit artikel verscheen in eerder Gezond Idee, nummer 38, bladzijde 25, 1997/1998.

Contact: titusrivas@hotmail.com