Over het hoofd zien wat je niet verwacht
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 11 April, 2013)
Samenvatting
Let je op het ene, zie je het andere niet. Je kan daardoor voor rare verrassingen komen te staan. Wat zie jij over het hoofd? Artikel van Titus Rivas.
Over het hoofd zien wat je niet verwacht
Let je op het ene, zie je het andere niet. Je kan daardoor voor rare verrassingen komen te staan. Wat zie jij over het hoofd?
door Titus Rivas
Onlangs fietste ik een keer ‘s avonds laat van het centrum van Nijmegen naar huis. Mijn hond Moortje zat zoals gewoonlijk in het fietsmandje voorop mijn goed verlichte rijwiel. In de buurt van een kruispunt aarzelde ik even. Zou ik direct kunnen oversteken of moest ik een automobilist die van rechts kwam eerst nog voorrang geven? De wagen was een flink stuk van ons verwijderd en reed ook niet bijzonder hard. Ik concludeerde dat het geen kwaad zou kunnen om meteen door te rijden. Terwijl ik al aanstalten maakte om dat te doen, hoorde ik net op tijd dat er hevig naar me gebeld en geroepen werd. Volkomen onverwachts bleek een tweetal fietsers aan mijn linkerhand de weg over te steken. Ik had ze totaal niet opgemerkt hoewel ik wel degelijk, werktuigelijk, naar links had gekeken. Dit lag niet aan hun verlichting, want die was in orde. Het ging dus duidelijk om mijn eigen verwachtingspatroon. Bij het kruispunt in kwestie komt er onderweg naar huis zelden verkeer van links en dus hield ik er eigenlijk bijna geen rekening meer mee. Gelukkig kwamen Moortje en ik met de schrik vrij.
Automatismen
Psychologen leren ons dat veel van onze motorische handelingen grotendeels automatisch verlopen, dus zonder dat we er voortdurend bewust bij na hoeven te denken. Dat is maar goed ook. Anders zou alles wat we doen evenveel bewuste inspanning kosten als toen we het aanleerden. We zouden als het ware blijven steken in een beginfase en niet veel nieuws kunnen opsteken of ons verder kunnen bekwamen. Stel je bijvoorbeeld voor dat er geen automatismen zouden bestaan bij handelingen als spreken, typen of het bespelen van een muziekinstrument. (De rol van automatismen impliceert overigens niet dat we er met ons bewustzijn geen invloed op kunnen hebben.)
Wellicht minder bekend is dat er ook in onze waarneming automatismen voorkomen. Bij het bijna-ongeluk dat ik zojuist beschreef, hanteerde ik onbewust kennelijk een soort mentale kaart van de omgeving waardoor ik ongewone dingen over het hoofd zag. Mijn ogen registreerden de fietsers waarschijnlijk wel, maar het drong niet tot me door wat die visuele prikkels betekenden. In die zin ‘zag’ ik de fietsers geestelijk niet, althans niet voordat ze luidruchtig mijn aandacht trokken. Overigens hoeft dit fenomeen niet beperkt te zijn tot het gezichtsvermogen. Ook andere prikkels kunnen op deze manier onopgemerkt blijven.
Dit alles heeft niets met fysieke beperkingen van de menselijke zintuigen te maken. Natuurlijk nemen wij mensen zintuiglijk slechts een deel van de werkelijkheid waar. Maar we hebben het in dit verband over een zuiver psychologisch, cognitief verschijnsel. Ook in ruimere zin zijn we overigens geneigd om de werkelijkheid door een bepaalde bril of filter te beschouwen. We gaan uit van bepaalde vaste verwachtingen die ervoor zorgen dat sommige dingen ons gewoon niet opvallen. We zijn als het ware bevooroordeeld over wat de realiteit ons zal laten zien.
Een beroemd psychologisch proefje rond de rol van onze verwachtingspatronen staat bekend als het Gorilla-experiment. Proefpersonen krijgen hierbij de opdracht om naar een filmpje van een aantal balspelers te kijken. Daarbij moeten ze tellen hoe vaak proefpersonen met een bepaalde kleur t-shirt aan, een bal naar elkaar overgooien. Terwijl de proefpersoon ingespannen aan het tellen is, blijkt er in het filmpje opeens een gorilla op te duiken. Beter gezegd: een man in een zwart gorillapak. Ook verandert een gordijn achter de spelers na enige tijd van kleur. Uit dit experiment blijkt dat veel mensen de gorilla niet opmerken omdat ze er domweg niet op bedacht zijn. De mensen die de gorilla wel waarnemen, zien vaak niet dat de achtergrond uiteindelijk verandert. Psychologen leggen dit doorgaans zo uit dat we gericht zijn op wat we verwachten en dat de rest domweg aan onze aandacht ontsnapt.
Nog extremer zijn de experimenten met hypnose waarbij iemand de opdracht krijgt bepaalde prikkels na afloop van de sessie uit het bewustzijn te weren. Op die manier ontstaan zogeheten negatieve hallucinaties. Men neemt iets wel met de zintuigen waar maar het dringt niet door tot het bewustzijn. Hierbij werkt de experimentator met het kweken van specifieke verwachtingen die blijkbaar sterker zijn dan de fysiologie. Ook verdoving onder hypnose functioneert in feite op die manier. De pijnprikkels worden gewoon niet beleefd, ook al is er geen sprake van conventionele anesthesie.
Blinde verliefdheid
Iets vergelijkbaars zien we ook in onze omgang met anderen. We hebben verwachtingspatronen over iemands gedrag en persoonlijkheid en merken dingen die daar niet mee stroken minder gauw op. Een opvallend voorbeeld hiervan kun je aantreffen bij mensen die verliefd zijn. Ze kunnen hun geliefde zozeer idealiseren dat ze blind worden voor zijn of haar fouten. De verliefdheid maakt dat men minder aantrekkelijke eigenschappen over het hoofd ziet of niet integreert in het beeld van de ander. Grappig genoeg geven sommigen hier een andere draai aan. Ze stellen dat juist alleen verliefde mensen een realistisch beeld van iemand kunnen hebben. De verliefdheid zou dan een soort poort vormen tot de ware aard van die persoon. De ‘schoonheidsfoutjes’ die iemand kenmerken zouden heel onbelangrijk zijn en juist verliefdheid zou je dat doen inzien. Alleen iemand die verliefd op je is, ziet je dus zoals je echt bent.
Helaas is het toch niet zo simpel, want ook mensen die oorlogsmisdaden begaan, kunnen nog een partner hebben die oprecht verliefd op hen is. Denk bijvoorbeeld aan Adolf Hitler met zijn Eva Braun. Natuurlijk maakt verliefdheid het gemakkelijker om positieve trekken die iemand echt heeft op te merken. Maar dat wil niet zeggen dat dit vanzelf tot een realistisch beeld van de geliefde leidt.
Een tegenpool van verliefdheid is demonisering. Daarbij heeft men uitsluitend negatieve verwachtingen van een persoon of groep. Voorbeelden die de verwachtingspatronen doorbreken worden genegeerd. Zo schijnen sommige Nederlanders moslimmigranten algemeen als ‘vies’ te zien. Het doet er niet toe dat veel Turkse en Marokkaanse huishoudens juist nog properder zijn dan autochtone huishoudens (vanuit een islamitisch gebod van reinheid). De negatieve verwachtingen kunnen dus volledig haaks staan op de realiteit, zonder dat ze worden gecorrigeerd.
Ook ons beeld van onszelf kan correctie behoeven. We hebben in de loop van onze levens verwachtingen opgebouwd over onze eigen persoonlijkheid. Voor een deel zullen die verwachtingen zeker kloppen, maar er kunnen ook dingen consequent over het hoofd worden gezien.
Natuurlijk kunnen we daar wel iets aan doen. Bijvoorbeeld door acht te slaan op feedback van anderen, door meditatie, door een dagboek bij te houden of in therapie te gaan. Zo kunnen allerlei aspecten van onze persoonlijkheid aan het licht treden waar we normaal niet bij stilstaan. Ook krijgen we zo meer zicht op het dynamische karakter van onze persoonlijkheid, die voortdurend in ontwikkeling blijft.
Open geest
Sceptische onderzoekers, zoals Richard Wiseman, wijzen graag op de rol van onze verwachtingen in onze beleving. Wiseman schreef een boek met de provocerende titel Why we see what isn’t there. Hij gaat ervan uit dat we vooral zien wat we verwachten te zien. Op die manier tracht de scepticus te verklaren waarom sommige mensen bijvoorbeeld paranormale ervaringen hebben of een vliegende schotel waarnemen, en anderen niet. Mensen die parapsychologische verschijnselen melden, hebben bijvoorbeeld een wereldbeeld waarin zulke verschijnselen echt kunnen voorkomen. Daarom nemen ze die ook waar, terwijl ze volgens Wiseman natuurlijk niet echt bestaan. Het vermakelijke aan zulke analyses is dat je ze met evenveel gemak om kunt draaien. Sceptici hebben een materialistisch wereldbeeld waarin geen plaats is voor ‘rare’ dingen zoals (echte) telepathie of herinneringen aan een vorig leven. Daarom staan ze er onvoldoende voor open of merken ze het niet als zoiets in hun eigen omgeving voorkomt.
Verwachtingspatronen zijn volgens mij onvermijdelijk omdat we anders niet kunnen groeien in onze kennis. We blijven dan als het ware gevangen in een soort totale naïviteit. Ik weet overigens dat sommige spirituele leraren juist pleiten voor een loslaten van alle vooronderstellingen. Ze roepen ons op om zonder verwachtingen helemaal ‘in het nu’ te leven en geen beeld op te bouwen van onszelf of anderen. Eerlijk gezegd denk ik dat dit niet goed mogelijk is. Het zou volgens mij bijvoorbeeld betekenen dat we niemand ooit beter kunnen leren kennen, omdat elke kennis een obstakel zou vormen voor volledige openheid. Elke ontmoeting zou weer helemaal nieuw zijn. Dat lijkt prachtig, maar het betekent ook dat banden nooit verdiept zouden kunnen worden, omdat men elke leerzame ervaring weer onmiddellijk los zou moeten laten.
Een andere opstelling vind ik zelf dan ook aantrekkelijker, namelijk het aankweken van een open, nieuwsgierige geest. Denk wat dit betreft aan de wetenschapsfilosofie van Karl Popper. Volgens Popper is een goede wetenschappelijke theorie onder meer falsifieerbaar, dat wil zeggen dat men haar kan laten weerleggen (falsifiëren) of corrigeren door nieuwe bevindingen. Als we ervoor zorgen dat onze verwachtingen altijd bijgesteld kunnen worden, is de kans het grootst dat we steeds dichter in de buurt komen van de dynamische realiteit. Nieuwsgierigheid, het verwelkomen van nieuwe en verdiepende informatie, is daarbij een sleutelwoord voor mij.