Titel

Death and Consciousness van David H. Lund (recensie)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 9 April, 2014)

Samenvatting

Boekbespreking door Titus Rivas van Death and Consciousness van David H. Lund voor Terugkeer.


Tekst


Boekbespreking
David H. Lund. Death and Consciousness. Jefferson/Londen: McFarland, recente herdruk van boek uit 1985. ISBN 978-0-7864-6746-4.

Death and Consciousness is kortgeleden opnieuw uitgebracht, overigens zonder dat het jaartal van de heruitgave in het boek zelf vermeld is. De auteur ervan, David Lund, is een relatief bekende substantie-dualistische filosoof die in het algemeen veel meer aandacht verdient. Hij was als hoogleraar verbonden aan de Bemidji State University in Minnesota.
Het belangrijkste doel dat Lund met dit boek voor ogen staat, is aantonen dat gangbare, veelgehoorde bezwaren tegen de notie van een persoonlijk overleven na de dood geen hout snijden. Hij ontkracht uiteraard banale materialistische misvattingen over het wezen van de mens, en laat zien dat belemmerende hersenziekten zeker niet bewijzen dat de psyche een product van de hersenen is. Interessant in dit verband is de constatering dat zenuwcellen in het brein niet wezenlijk verschillen van zenuwcellen in het ruggemerg. Hetzelfde geldt overigens voor de synapsen van genoemde neuronen.
Ook toont de auteur aan dat we persoonlijke zielen zijn en geen onpersoonlijke bundels bewuste ervaringen. Alle subjectieve ervaringen zijn altijd de ervaringen van iemand, een geestelijke persoon, of die nu geïncarneerd is in een stoffelijk lichaam of niet. Overigens ben ik het niet altijd met zijn analyses eens, maar dat is nauwelijks verrassend te noemen bij zulke complexe materie. Zo lijkt Lund te denken dat pijn het midden houdt tussen een mentaal en fysiek verschijnsel, terwijl subjectieve pijn volgens mij volledig geestelijk is. Alleen fysieke pijnprikkels zijn fysiek, niet de bewust beleefde pijngevoelens die weliswaar in het lichaam gelokaliseerd lijken, maar het daarmee nog niet zijn. [Denk in dit verband aan fantoompijnen die heel echt zijn, bijvoorbeeld van een afgezet been, maar dus geen lichamelijke oorsprong meer hebben – red.]
Gaandeweg wordt duidelijk dat een substantie-dualistisch beeld van de mens volledig verenigbaar is met de notie van een voortbestaan na de dood. Volgens Lund ligt het voor de hand dat ons bewustzijn na de dood eigenschappen gemeen heeft met het droombewustzijn, zoals dat de indrukken in het bewustzijn niet rechtstreeks afkomstig zijn van fysieke zintuigen. Het 'post mortem'-bewustzijn zal echter wel veel rijker zijn dan een gemiddelde droom. Er is namelijk geen sprake meer van transmissie of beperking van bewustzijn door de hersenen. Dit betekent bijvoorbeeld dat men een veel vollediger geheugen zal hebben en vrijelijk de beschikking zal hebben over paranormale vermogens zoals telepathie en helderziendheid. Communicatie met andere overledenen zal volgens Lund vooral lijken op manifestaties van geestverschijningen waarbij men beelden van de eigen gestalte met anderen deelt. Interessant in dit verband is een opmerking dat het ervaren hiernamaals zich niet letterlijk in een fysieke ruimte of dimensie hoeft te bevinden, aangezien dit toch ook niet geldt voor het droombewustzijn.
Nadat Lund duidelijk heeft gemaakt waarom een voortbestaan volgens hem zeer wel voorstelbaar is, staat hij stil bij de soorten empirisch bewijsmateriaal voor zo'n voortbestaan. Dit gebeurt telkens beknopt maar trefzeker. Aan bod komen: uittredingen, sterfbedvisioenen, verschijningen & spookhuizen, mentaal mediumschap en reïncarnatieherinneringen. Het boek sluit af met beschouwingen rond het christendom en personalistische mystiek.
Hoewel dit boek al weer bijna 30 jaar oud is, biedt het nog steeds een zeer goede inleiding tot zowel de filosofie van een voortbestaan als parapsychologisch onderzoek op dit terrein.

Titus Rivas

Deze recensie verscheen in Terugkeer 25(1), Voorjaar 2014, blz. 23-24.

Zie ook: Persons, Souls, and Death

Contact: titusrivas@hotmail.com