Titel

Hoofdstuk 10 Synchroniciteit

Geplaatst door

Parapsychologische Encyclopedie   (publicatiedatum: 5 October, 2006)

Samenvatting

Hoofdstuk 10 van de Encyclopedie van de Parapsychologie over zinvol toeval oftewel synchroniciteit


Tekst

 

Hoofdstuk 10. Synchroniciteit

Sommige parapsychologen erkennen slechts twee soorten coïncidenties: stom, zinloos toeval en schijntoevalligheden die veroorzaakt worden door ESP of psychokinese. Volgens anderen is er echter nog een derde categorie, die ze met een term van de Zwitserse psycholoog Carl Gustav Jung aanduiden als synchroniciteit. Het gaat daarbij om zinvolle, zogeheten acausale coïncidenties waarbij twee gebeurtenissen wel naar elkaar verwijzen maar niet door elkaar veroorzaakt worden, dus zonder dat er een causaal verband tussen beide gebeurtenissen zou bestaan.

Sommige denkers erkennen trouwens alleen het bestaan van synchroniciteit en loochenen verder het bestaan van (causale) PSI, wat moeilijk vol te houden is als alleen al de ‘normale’ psychomotoriek als een vorm van psychokinese zou kunnen worden gezien. Veel bewijsmateriaal dat door hen wordt aangedragen is dan ook wel degelijk te beschouwen als uitingen van onbewuste ESP en PK. Bijvoorbeeld toevallige ontmoetingen met mensen aan wie je plotseling zonder aanleiding moest denken. Of de ‘wonderbaarlijke’ terugkeer van verloren voorwerpen. Of auteurs die personages verzinnen die echt blijken te (hebben) bestaan. Bij al dit soort verschijnselen kan er wel degelijk sprake zijn van een onbewuste invloed (in de vorm van telepathie, helderziendheid of psychokinese) op de werkelijkheid die volledig causaal leidt tot gebeurtenissen die alleen maar toevallig lijken omdat we er de oorzaken niet van kennen.

Dit principe van het beïnvloeden van de werkelijkheid wordt overigens bewust toegepast in de magie en in de beweging van het positieve denken. Terecht denkt men dat onze mentale instelling van invloed kan zijn op het soort dingen dat we tegenkomen op ons levenspad. Enkele aanhangers van deze visie schieten hier overigens te ver in door, doordat ze menen dat alles wat we meemaken onze eigen ‘karmische’ creatie is en dat we daarom nooit anderen mogen verwijten dat ze ons onrecht aandoen. Dit lijkt een soort extreme uitwerking van het klassieke liberalisme volgens welke we zelf verantwoordelijk zijn voor ons lot en niet zo maar van anderen mogen verlangen dat ze dat lot verlichten.

Archetypen

Onder echte synchroniciteit wordt nogmaals een overeenkomst tussen twee gebeurtenissen verstaan die op zichzelf volledig verklaarbaar zijn door normale factoren. Niet de gebeurtenissen zelf maar hun onderlinge overeenkomst of verwijzing zou dus een paranormaal karakter dragen. Een klassiek voorbeeld werd beschreven door Carl Gustav Jung zelf: ‘Een jonge patiënte had op een beslissend moment van haar behandeling een droom waarin haar een gouden scarabee ten geschenke werd gegeven. Terwijl ze mij deze droom vertelde, zat ik met mijn rug tegen het gesloten raam. Ik draaide me om en zag een vliegend insect van buitenaf tegen het venster aan stoten. Ik opende het raam en ving het dier in de vlucht. Het was de treffendste gelijkenis met een gouden scarabee die onze breedtegraad in staat is voort te brengen, namelijk een scarabaeïde (mestkever) cetonia aurata, het gewone rozenkevertje, dat in tegenstelling tot zijn normale gewoonte, kennelijk de drang had gevoeld om precies op dat moment een donkere kamer binnen te dringen. Ik moest toegeven dat mij zoiets nooit eerder of later is overkomen, net zoals de toenmalige droom van de patiënte een unieke ervaring voor mij is gebleven.’

Volgens Jung zou bij synchroniciteit een grote rol weggelegd zijn voor zogeheten archetypen, dat wil zeggen archaïsche oersymbolen, zoals de genoemde scarabee, maar daar lijkt lang niet altijd sprake van. Arthur Koestler betreurde het dat Jung het belang van archetypen voor synchroniciteit zo benadrukte, omdat dit het begrip synchroniciteit onnodig schimmig zou maken. Overigens werkte Jung wel gedeeltelijk samen met de natuurkundige Wolfgang Pauli die meende dat synchroniciteit de vierde pijler van de werkelijkheid vormde, naast ruimte, tijd en causaliteit.

Twee soorten synchroniciteit

Er zijn twee soorten acausale relaties tussen gebeurtenissen die niet verklaarbaar lijken door PSI:

- Zinvolle verbanden die niet berusten op PSI tussen een innerlijke toestand en een uiterlijke gebeurtenis. Dit is de eigenlijke synchroniciteit zoals door Jung gedefinieerd.

- Echo’s (weerklanken) of ‘serialiteit’ van patronen, bijvoorbeeld namen die steeds weer terugkomen zonder dat daar een causaal verband tussen bestaat, of patronen (series) van ziekten die in de loop van de week steeds weer terugkomen in een huisartsenpraktijk zonder dat ze een gemeenschappelijke oorzaak kennen. De term serialiteit is afkomstig van de Oostenrijkse bioloog Kammerer die er in 1919 een heel boek over schreef, getiteld Das Gesetz der Serie. Een voorbeeld van Kammerer zelf is het geval van twee soldaten die allebei 19 jaar oud waren, allebei geboren waren in Schlesien, allebei vrijwilligers waren voor de genie, allebei opgenomen waren in hetzelfde ziekenhuis in 1915, allebei leden aan longontsteking en allebei Franz Richter heetten. Sommigen menen zelfs gevallen te hebben gevonden waarin een bepaalde loop der gebeurtenissen steeds terug zou keren in de geschiedenis. Eén van de bekendste voorbeelden daarvan betreft vermeende overeenkomsten tussen de moord op Abraham Lincoln en John F. Kennedy, die echter zelf niet historisch zijn.

Synchroniciteit en causaliteit

De sterkste gevallen van synchroniciteit lijken te wijzen op een soort acausale ordening in de werkelijkheid die verenigbaar zou zijn met de causale processen van bijvoorbeeld de fysieke natuur, de psychologie en PSI.

Bepaalde alternatieve systemen, zoals de astrologie gaan expliciet uit van zo’n ordening en stellen bijvoorbeeld dat de mens een microkosmos is die de makrokosmos van de sterrenwereld zou weerspiegelen en vice versa. Jung wees zelf op het principe van synchroniciteit in verband met het Chinese orakelsysteem van de I Tjing.

Volgens anderen zou het begrip synchroniciteit ook lijken op concepten van onderlinge verbondenheid zoals die bij de fysicus David Bohm en de bioloog Rupert Sheldrake voorkomen. Andere parallellen zijn te vinden bij Schopenhauer, Leibniz en Kepler.

Literatuur

Boym, D., & Hiley, B.J. (1993). The undivided universe: An ontological interpretation of quantum theory. New York: Routledge.

Combs, A., & Holland, M. (1996). Synchronicity: Science, myth, and the trickster. New York: Marlowe & Company.

Hopcke, R.H. (1997). De zin van het toeval. Utrecht: Bruna.

Jung, C.G. (1973). Synchronicity: An acausal connecting principle. Tr. R.F.C. Hull. Princeton, NJ: Princeton University Press.

Jung, C.G. (1961). Memories, dreams, reflections. Tr. R. & C. Winston. New York: Vintage Books.

Kalse, J. (1998). Creëren vanuit je bron. Deventer: Ankh-Hermes.

Koestler, A. (1972). The roots of coincidence. New York: Random House.

Koestler, A. (1980). Bricks to babel. New York: Random House.

Maso, I. (1997). De zin van het toeval. Baarn: Ambo.

Laszlo, E. (1987). The psi-field hypothesis. IS Journal 4, 13-28.

Scholz, W. von (1983). Der Zufall und das Schicksal: die geheimen Kräfte des Unwahrscheinlichen. Freiburg im Breisgau: Herderbücherei.

Sheldrake, R. (1994). The rebirth of nature: The greening of science and god. Rochester, VT: Park Street Press.


Drs. Titus Rivas is verbonden aan Stichting Athanasia en is medewerker van o.a. het blad Terugkeer van Stichting Merkawah, ParaVisie, Paraview en Prana.

Rivas is altijd geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen op parapsychologisch gebied en nodigt u uit uw eigen paranormale ervaringen met hem te delen: titusrivas@hotmail.com

Stichting Athanasia verzorgt bovendien parapsychologische consulten tegen tarieven gekoppeld zijn aan iemands uitkering. (Athanasia is een ideele stichting en de consulten komen uitsluitend ten goede aan haar activiteiten).